Edouardus Bouckaert uit Gits, die in januari 1866 naar het pauselijk leger vertrokken was als zoeaaf, werd bij verschillende veldslagen betrokken, waaronder deze van: "De Slag van Mentana", op 3 november 1867 en in 1868.
Toen hij naar zijn geboorteparochie terugkeerde, overleed hij er na een langdurige en slepende ziekte op 27 mei 1884. De begrafenisplechtigheid vond toen twee dagen nadien plaats. Bouckaert was vereerd met het herinneringskruis 'Fidei et Virtuti' en had, om zijn onberispelijke dienst, goed gedrag en heldenmoed in de veldslagen, de buitengewone beloning ontvangen van de medaille "Bene Merenti".
De overledene werd te Gits, met de gewoonlijke welwillendheid Paus Bouckaert, genoemd. Deze glorierijke naam werd door zijn 8-jarige zoon met enige fierheid als een kostelijke erfenis gedragen. De oude zoeaaf die het leven ontrukt werd, bezat de edele, zuivere, verheven en onbekende zelfopoffering voor Paus en Kerk, gelijk er in ons Vlaanderen zoveel kloeke zielen geweest waren, maar weliswaar vergeten volgens de wereld, maar hoog verheven in de ogen van God. Bouckaert verdiende, zekerlijk om zijn onberispelijk gedrag in zijn dienst onder het pauselijk leger en om zijn edel gedrag vóór en na zijn dienst op zijn geboorte-parochie als voorbeeld van manhaftigheid en christenen deugden aangehaald te worden.
Aangezien de tijd voor de uitnodigingen ontbrak, waren er maar vier oude wapenbroeders tijdens zijn begrafenis aanwezig. Om de overledene naar verdienste te vereren, werd er onder de vier oude wapenbroeders samen met de geestelijkheid van Gits beslist, om op H. Sacramentsdag,12 juni 1884, om 10u00 een solemnele Mis voor de afgestorvene te houden. Dit moest toelaten om alle zoeaven uit West-Vlaanderen met de parochianen deze dienst bij te wonen. Vervolgens zouden maatregelen genomen worden, om nadien een sober kosteloos noenmaal aan de oude wapenbroeders en pauselijke aanwezige zoeaven aan te beiden en proberen hun gemaakte reiskosten eveneens te vergoeden.
De H. Mis werd opgedragen door de E.H. Vandendriessche, oud pauselijke zoeaaf en onderpastoor te Eeghem, bijgestaan door de eerwaarde heren pastoor en onderpastoors uit Gits. Dokter Van Steenkiste, ondervoorzitter der zoeaven-maatschappij van West-Vlaanderen was aanwezig met een groot aantal oud-zoeaven. In het midden van de kerk was een prachtige lijkbaar opgericht, waarop de zoeavenkledij lag van de overledene, versierd met zijn eretekens, het herinneringskruis 'Fidei et Virtuli' en de gouden medaille 'Bene Merenti'.
Eerwaarde Heer Vandendriessche schetste in zijn homilie op aandoenlijke wijze het leven van Eduardus Bouckaert en eindigde zijn welsprekende rede door zijn aanhoorders op te wekken, om naar het voorbeeld van zoeaaf Bouckaert te werken en te strijden tot de verdediging van de H. Kerk en vooral om te strijden tegen de vrijmetselaars die voordien door Paus Leo XIII, als de ergste vijanden van de godsdienst en de samenleving aangewezen werden. Nadien volgde de offerande die meer dan een half uur duurde, werd door alle inwoners uit Gits bijgewoond. Zij aanzagen dit als een plicht deze plechtigheid bij te wonen.
Na de kerkelijke plechtigheid werd een hartelijk vriendenmaal aangeboden aan de oud-zoeaven. Het achtjarig zoontje van Eduardus Bouckaert zat gezeten in het midden der oud-zoeaven en werd door allen door zijn zoete eenvoud bewonderd. Afscheid werd genomen door de oud-zoeaven door vaarwel te zeggen aan hun betreurde wapenmakker en verlieten Gits met een vreugdegevoel doordat zij de plechtigheid hadden kunnen bijwonen.
Noot: In het Rijksarchief van België vond ik één Edouardus Joannes Bouckaert terug, die op 20 november 1830 te Gits werd geboren.
Gazette van Brugge, donderdag 5 en woensdag 18 juni 1884
Noël De Mey
© Sabam
Op de hoogte blijven? Abonneer je op mijn feed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten