vrijdag 26 april 2019

Jan-Mathijs Swerts 1820-1923, de 103-jarige Leopoldist van Beringen


Bidprentje Leopoldist Jan-Mathijs Swerts (1820-1923)
Swerts Jan-Mathijs
1820-1923
Collectie Leondyme
Bidprentje Leopoldist Jan-Mathijs Swerts (1820-1923)
Swerts Jan-Mathijs
1820-1923
Collectie Leondyme
Swerts Jan-Mathijs, werd op 3 juli 1820 te Beringen geboren. Hij was een soldaat van de lichting 1840 en was actief bij het 6é Linieregiment.

Jan-Mathijs, was weduwnaar uit een eerste huwelijk van Elisabeth Claes en uit een tweede huwelijk van Antonia Cuypers.

Als drager van het Herinneringskruis onder het Bewind van Zijne Majesteit Leopold I, overleed Jan-Mathijs te Beringen op 12 oktober 1923 en werd 103 jaar, 3 maanden, 1 week en 2 dagen oud.


Raadpleegbare bron:

Nieuwsblad van Geel, 14 juli 1923

woensdag 24 april 2019

Karel-Lodewijk Drieghe 1836-1938, de 101-jarige Leopoldist van Ledeberg


 Leopoldist Karel-Lodewijk Drieghe (1836-193?)
Drieghe Karel-Lodewijk
1836-1938
Collectie Leondyme
Drieghe Karel-Lodewijk, werd op 22 mei 1836 te Ledeberg geboren. Hij, was een grenadier van Zijne Majesteit Leopold I en weduwnaar van Joanna-Catharina De Vleeschhouwer (1831-1908).

De Poperinghenaar
24 april 1938
Op 17 mei 1936, ontving de oud-soldaat, die bij zijn dochter Pauline te Ledeberg inwoonde, Koning Leopold III persoonlijk op bezoek. Zijne Majesteit de Koning, speldde op de borst van de voormalige soldaat het Ereteken van Ridder in de Leopoldsorde.

Leopoldist Drieghe, overleed op dinsdag 19 april 1938 en werd 101 jaar, 10 maanden en 4 weken oud.






Henri Doom 1843-1946, de 102-jarige Leopoldist van Ardooie


Bidprentje van Leopoldist Doom Henri (1843-1948)
Bidprentje Doom Henri 1843-1948
Doom Henri, werd in het gezin van Ludovicus Doom (1812-1852) en van Rosalie Plancke ( 1818-1891) op 21 augustus 1843 link te Koolskamp geboren.  Hij, trad op 22 september 1869 in het huwelijk met Lucia Huysentruyt met wie hij 16 kinderen had.

Aangezien vieringen tijdens de oorlog verboden waren, werd Henri pas als honderdjarige te Ardooie gevierd op 8 en 9 september 1945. Tijdens zijn eeuwviering, vierde men de gouden huwelijksviering van zijn dochter Marie en schoonzoon Paul Duyck. Vervolgens werd ook de zilveren bruiloft van zijn kleindochter Bertha Duyck en Cyriel Molly link op hetzelfde moment gevierd.

Leopoldist Henri, overleed op 26 maart 1946 te Ardooie en werd 102 jaar, 7 maanden en 5 dagen oud.


Volgens zijn bidprentje werd Henri vereerd met volgende onderscheidingen

De Gouden Medaille in de Leopoldsorde
Het Erekruis van Ridder in de Leopoldsorde
De Gouden Palmen in de Kroonorde.

Raadpleegbare bron:

Westvlaamse Eeuwelingen 1189-1948 van A. Verbouwe


maandag 22 april 2019

Theodoor De Meyer 1827-1927, de honderdjarige Leopoldist van Haaltert


Leopoldist Theodoor De Meyer ( 1827-192?)
De Meyer Theodoor
1827-1927
Collectie Leondyme
Bidprentje Theodoor De Meyer 1827-1927. Verzameling Leondyme
Bidprentje
Theodoor De Meyer
1827-1927
De Meyer Theodoor, werd op 2 maart 1827 te Erembodegem geboren.

Hij, werd als honderdjarige gevierd te Haaltert (Aalst) en kreeg n.a.v. zijn eeuwviering het Kruis van Ridder in de Leopold II Orde opgespeld. Frappant was ook, dat onze Dorus nog het peterschap aanvaarde van een pasgeborene op de leeftijd van honderd jaar.

Kort na zijn eeuwviering, overleed Theodoor er op 1 mei 1927 te Haaltert.en werd 100 jaar, 1 maand, 4 weken en 1 dag oud.





Raadpleegbare bronnnen:

De Volksstem, 25 februari  1 maart en 5 mei 1927




zondag 21 april 2019

Pierre Dangotte 1798-1901, de 102-jarige oud-strijder van 1830 van Boscailles


De Denderbode, 17 juni 1900
Dangotte Pierre, werd op 6  juni 1798 in Les Boscailles geboren. Als oud-strijder tijdens de omwenteling van 1830 zat hij achtereenvolgens in de garnizoenen van Maastricht, Roermond en Venlo. Hij, werd als honderdjarige oud-strijder van 1830 in  Les-Boscailles dhuy gevierd.

Journal de Bruges, 27 januari 1901
Pierre, die in drie eeuwen had geleefd,  overleed er te Boscailles op 20 januari 1901 en werd 102 jaar, 7 maanden en 2 weken oud.


Raadpleegbare bronnen:

Vermeld onder de krantartikels

Jean-Joseph Ronchesne 1804-1905, de 101-jarige oud-strijder van 1830 van Hoei


Fragment van de militaire fiche van
Jean-Joseph Ronchesne
Koninklijk Museum van het Leger
en de Krijgsgeschiedenis
Jean-Joseph Ronchesne, werd in een kroostrijk gezin van zeven kinderen op 29 februari 1804 te Hoei geboren. Hij, was de oudste zoon van Pierre-Joseph Ronchaine (1768-1846) en van Marie-Catharine Gaillard (1771-1862) link.

Gevechten in de Leuvensestraat achter het Paleis der Algemene Staten
Gevechten in de Leuvensestraat achter
het Paleis der Algemene Staten
Le Patriote Illustré 09-11-1930
Zonder aarzelen nam hij  met nog vele andere strijdlustige kameraden deel, om gevechten te gaan leveren tijdens de woelige septemberdagen van 1830.

Nadat de onderdrukte Belgen eindelijk verlost waren van het hatelijk Hollands Bewind, ondertekent Jean-Joseph een dienstverbintenis voor zes jaar bij het 2é linieregiment. 

Op 28 januari 1831 vervoegt hij de kazerne van Namen, daarna ging het naar Aarlen, Zonhoven en Hasselt onder het bevel van generaal Nicolas Joseph Daine (1782-1843). 
Hollandse troepen trekken zich terug op 26 september 1830
Terugtrekking der Hollandse troepen op
26 september 1830 om 4 uur in de morgen
Le Patriote Illustré 09-11-1930

Hij vervult zijn langdurige militaire verplichtingen met veel overgave. Een bevordering tot brigadier werd hem toegekend op 26 mei 1832 en wist zich tussen 1831 en 1834 meermaals te onderscheiden tijdens verschillende militaire operaties. Zijn militair avontuur eindigt op 5 april 1837.

Strijdlustige taferelen op de Grote Markt van Brussel op 26 augustus 1830
Woelige taferelen op de Grote Markt
van Brussel op 26 augustus 1830
Le patriote Illustré 03-08-1930
Jean-Joseph, die ondertussen 33 jaar oud geworden was, keerde terug naar zijn heimat en zette zijn beroep als wijnbouwer verder. Hij, huwt er op 28 december 1837 met de dertien jaar jongere Elise Virginie Henrion (1817-1900) en kregen zes kinderen link.

Jean-Joseph Ronchesne (1804-1905) met vaandel uit 1830
Jean-Joseph, die in 1904
als honderdjarige werd
gevierd. Poserend in zijn
oorspronkelijk strijders-
uniform met het vaandel
uit 1830
Collectie Leondyme
Tot op de leeftijd van 78 jaar bleef hij tussen zijn wijnranken lopen, samen met zijn familie en kinderen. Hij genoot destijds van een pensioen van 900 oude Belgische Franken.

Tijdens de koude zondagse winterdag van 28 februari 1904 werd Jean-Joseph als honderdjarige gevierd. Hij,  was reeds vier jaar weduwnaar en had ook van twee kinderen afscheid moeten nemen. Eigenlijk was hij een schrikkel-honderdjarige van 25 jaar oud. Een heus feest werd ingericht ter ere van de gewezen brigadier van het 2é Lanciersregiment. 

Gazette van Brugge
2 maart 1904
Meer dan zestig verenigingen hielden eraan om deel te nemen, evenals zijn oude wapenbroeders en gewezen onderofficieren van zijn voormalig regiment. een piketploeg van de Rijkswacht bracht de stoet op gang, waarbij de school van de 1é Jagers te Voet de erehaag vormden voor de kranige hoogbejaarde veteraan. Daarna nam de strijdersheld van 1830 plaats op de triomfwagen, die richting Grote Markt trok.

De aankomst van de ellenlange stoet op de Grote Markt en Stadhuis, gebeurde zowel met enige ontroering als met gejuich, waarbij een Hoeise koorvereniging de lofzang aan het vaandel van Berleur ten beste gaf.

Huldeviering van Jean-Joseph Ronchesne (1804-1905)
Huldeviering en eeuwfeest
Jean-Joseph Ronchesne
Le National Illustré maart 1904
Koninklijk Museum van het Leger
en de Krijgsgeschiedenis
Burgemeester Chainaye ontving er combattant Ronchesne en zijn sympathisanten. Kolonel Wouters, die door de Regering werd afgevaardigd, spelde op de kiel van de strijder "Het Kruis van Ridder in de Leopoldsorde". 

Eerder had hij op 6 maart 1893 de Herinneringsmedaille van 1830 opgespeld gekregen. Vervolgens overhandigde de kolonel aan de jubelhonderdjarige een brief vanwege de Minister van Binnenlandse Zaken Jules de Trooz (1857-1907).

Jean Joseph Ronchesne
gevierd als honderdjarige
Collectie Leondyme
Achtereenvolgens namen secretaris Stockman van de Comissie van Middenmaatschappij der gedecoreerde strijders van 1830, generaal-voorzitter De Schepper der federatie der oud-militairen van de provincie Luik, kolonel Saillez en dhr. Laveleye in naam van de verbonden oud-militairen het woord. Tot slot nam kapitein-bevelhebber Roox van de school van de 1é Jagers te Voet het woord en wenste in sierlijke termen de held geluk en groette hij het vaandel van 1830.

Een verkorte weergave van zijn citaat:

"...in naam van de regiment school van het 1é Jagers te Voet en ook in naam van het klein garnizoen,groeten wij de held eerbiedelijk.

Het is wel Hij, mijne heren, dé held, die op dit ogenblik voor onze ogen de geschiedenis der worstelingen opsomt, die ons de laatste eeuw onze bodem hebben bebloed, want hij is de tijdsgenoot van Waterloo en één der helden van 1830, die ten prijze van hun bloed de onafhankelijkheid van ons dierbaar Vaderland hebben gewonnen..."

Jean-Joseph Ronchesne (1804-1905) bovenste rij rechts
Jean-Joseph Ronchesne bovenaan rechts
n.a.v. het 75 jaar bestaan van België
Kort na de viering overleed Jean-Joseph.
Collectie Leondyme
Jean-Joseph Ronchesne, overleed in zijn geboortestad op 21 april 1905. Het jaar waarin de 75é verjaardag werd gevierd van Belgiës onafhankelijkheid in verschillende steden. Bovendien was hij de eerste honderdjarige oud-strijder van 1830, die als eeuweling werd gevierd. Jean-Joseph, werd 101 jaar, 1 maand, 3 weken en 2 dagen oud. 


Raadpleegbare bronnen:

La Belgique Militaire, 10 augustus 1902
Le National Illustré, 2 oktober 1904
Gazette van Brugge, 2 maart 1904
Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis link


Antoine Lemoine 1808-1911, de 102-jarige oud-strijder van 1830 van Modave


Antoine Lemoine (1808-1911)
Antoine Lemoine 1808-1911
Collectie Leondyme
Oud-strijder Antoine Lemoine, werd op 3 maart 1808 te Saint-Fontaine (Pailhe) in de provincie Luik geboren. In 1828, trad hij in dienst bij het 11de Linie van het Hollandse leger.

Ontvluchte gevangenen, oog in oog met de Hollanders in de Leuvenstraat
Hollandse troepen oog in oog met
gevangenen in de Leuvensestraat
Le patriote Illustré 07-09-1930
Wanneer in 1830, de onlusten uitbraken, was hij met verlof en aarzelde niet, om zich bij de patriotten aan te sluiten. Antoine liet hij zijn vrouw, kinderen en zijn werk achter zich, om zich met andere strijders te verenigen en er straatgevechten te gaan leveren.

Hollandse troepen nabij de Naamse Poort op 23 september 1830
Hollandse troepen doen hun intrede
op donderdag 23 september 1830
nabij de Naamse Poort
Le patriote Illustré 28-09-1930
Tijdens de veldslag van Hasselt in 1831 werd hij gevangen genomen en werd daardoor opnieuw bij de Hollandse legereenheden ingelijfd. In 1833 keerde hij voorgoed naar zijn haardstede terug.

Antoine Lemoine (1808-1911)
Antoine Lemoine 1808-1911
Collectie Leondyme
Wanneer hij honderd jaar oud geworden was, werd hij te Modave uitbundig gevierd. Op 14 januari 1911overleed Antoine op de leeftijd van 102 jaar, 10 maanden, 1 week en 4 dagen.

Honderdjarige combattants de 1830,Philippe Demoulin (1809-1912), Antoine Lemoine (1808-1911) en Joseph Ronchesne (1804-1905)
De drie honderdjarige
"combattants de 1830",
Antoine Lemoine en
Jean-Joseph Ronchesne
Collectie Leondyme
De begrafenisplechtigheid vond drie dagen daarna plaats in de kerk van Modave en werd bijgewoond door heel wat hoogwaardigheidsbekleders. Onderofficieren van verschillende legereenheden, hadden er met hun vaandel post gevat.

Antoine was houder van het Herinneringskruis van 1830 en Ridder in de Leopoldsorde.

Toenmalig voorzitter dhr. Tiberghein van de Maatschappij der kinderen van de strijders van 1830, hield er als laatste spreker zijn redevoering. Samen met andere prominenten brachten zij het ere-salut en namen voorgoed afscheid van de steeds maar dunner wordende groep vrijwilligers-strijder uit 1830.
De Denderbode, 15 september 1909





Raadpleegbare bronnen:

Vermeld onder de foto's
Journal de Bruges, 9 augustus 1909 link
De Volksstem, 27 december 1910, pag. 1 link
De Denderbode, 15 augustus 1909, pag. 2 link
Belgique Militaire, 22 januari en 5 februari 1911
La Révolution 1830. Le premier Drapeau-Les derniers combattants
Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis link



Jean-Philippe Lavallé 1809-1913, de 104-jarige oud-strijder van 1830 van Saint-Mard (Luxemburg)


Jean-Philippe Lavallé (1809-1913), de oudste 100-jarige combattant van 1830
Jean-Philippe Lavallé
1809-1913
Le Patriote Illustré 16-02-1913
Hij, werd op 4 februari 1809 te Saint-Mard (Virton) geboren. Een andere bron schrijft van Saint-Mard in het département des Forêts in Frankrijk (?). Jean-Philippe was de zoon van Jean-Baptiste Lavallé (1780-1867) en van Marie-Joseph Autelet (°1784) link.

Op 1 mei 1828 vervult hij zijn legerdienst bij het 2é Linieregiment en wordt gekazerneerd op de citadel van Namen. Dit onder het toen nog Hollands Bewind van Willem I.

Belgische patriotten in een kelder in de Koningstraat openen het vuur.
Patriotten verdoken in een kelder in
de Koningstraat en openen het vuur
Le Patriote Illustré van 1930
Tijdens de woelige onlusten van 1830, levert hij met zijn Waalse streekgenoten hoofdzakelijk gevechten in de Kempen en wordt door ziekte getroffen te Venlo.

Vervolgens werd hij achtereenvolgens gekazerneerd te Gent, Ypres bij Merch (Groothertogdom Luxemburg) en streed er te Leuven en te Maastricht. Bovendien zou hij zich verder van 1831 tot in 1833 blijven inzetten en gevechten leveren. Op 1 juli 1834 krijgt Jean-Philippe een frontstreep en wordt uiteindelijk in 1839 gedemobiliseerd.

Barrikade ter verdediging van het hotel "Belle-Vue" op de hoek van het Koningsplein.
Vrijwilligersbarricade voor de verdediging
van het hotel "Belle-Vue" op de hoek
van het Koningsplein
Le Patriote Illustré 28-09-1930
Eenmaal terug actief in het dagelijkse leven, helpt hij mee aan het uitgraven van het kanaal van Donchéry (Meuse). Jean-Philippe trad op 14 januari 1846 te Rumont in het huwelijk met Marie Thérèse Larcher. Het echtpaar kreeg zeven kinderen. Vervolgens was hij werkzaam bij het aanleggen van de spoorlijn naar Saint-Mard.

Artilleriegevechten met vooraan Jean-Joseph Charlier (1794-1886), die over een enorme buitengewone wilskracht beschikte en de bediener was van het ijzeren kanon.
Artilleriegevechten met vooraan
Jean-Joseph Charlier (1794-1886).
Ondanks, dat hij een houten been had,
beschikte de man over een buitengewone
wilskracht en bediende hij het ijzeren kanon
Le Patriote Illustré 28-09-1930
Wanneer echter het krantenartikel van 1912 in de "L' Indépendance" verschijnt waarin bekend werd gemaakt, dat de laatste overgebleven oudste vrijwilliger uit 1830, Philippe Demoulin (1809-1912) overleden was, ontstond er enige beroering in Saint-Mard.

De Burgemeester van Saint-Mard, François Joseph Piessevaux (1855-1937), burgervader van 1906 tot 1932, doorzocht zijn archieven en kwam tot de bevestiging, dat Lavallé nog in leven was én hij dus de langst levende patriot was van 1830. Onder zijn impuls werden de nodige stappen ondernomen om de oud-strijder naar zijn geboortedorp Saint-Mard nabij Virton terug te halen.

Kolonne van 1.100 vluchtende Hollanders passeren de Naamse Poort op 23 september 1830
Een colonne van 1100 vluchtende
Hollanders passeren de Naamse Poort 
op 23 september 1830. 
Le Patriote Illustré van 1930
Samen met Louis Georges Auguste Lorand (1860-1918) overtuigen zij Jean-Philippe en vestigde hij zich op 19 december 1912 terug in zijn geboortedorp. Ondertussen was de held meer dan 103 jaar oud geworden. Door zijn terugkeer creëerde men een ware voedingsbodem tot allerhande roemrijke gesprekken en verhalen van hun streekgenoot.

Op 4 februari 1813 vond er naar aanleiding van zijn 104é verjaardag een groot volksfeest plaats te Saint-Mard. Een subsidie van 200 oude Belgische Franken mocht hij in ontvangst nemen en kreeg vervolgens het Kruis van Ridder in de Kroonorde opgespeld, door de kolonel van het 2é Linieregiment.

De Herinneringsmedaille van 1830 had Jean-Philippe eerder opgespeld gekregen. Bovendien beschikte de bejubelde veteraan over een goede memorie, want hij wist nog goed, dat hij onder de bevelen van kolonel en latere generaal Fréderic Dollin du Fresnel (1787-1856) en generaal Nicolas Joseph Daine (1782-1843) stond.

Lang heeft hij niet kunnen nagenieten van de belangstelling en feestelijkheden. Geveld door een zware griep, overleed Jean-Philippe op 19 februari 1913 in zijn geboortedorp Saint-Mard in de provincie Luxemburg. Hij, werd opgebaard in een zaal van het gemeentehuis, die voor deze droeve gelegenheid als rouwkapel was ingericht. Familieleden hielden voortdurend de wake.

Buste van Jean-Philippe Lavallé (1809-1913), dat zich in het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis te Brussel bevind.
Jean-Philippe Lavallé
Le dernier des derniers
Combattants de 1830
Koninklijk Museum van het Leger
en de Krijgsgeschiedenis
De begrafenisplechtigheid vond plaats op 22 februari 1913 om 11u30 en verliep indrukwekkend. Met zijn 104 jaar, 2 weken en 4 dagen, was hij namelijk niet alleen-naar alle vermoeden-de allerlaatste "combattants van 1830", maar ook één der oudste en laatste overgebleven oud-strijder, die streed voor het voortbestaan van België. Maar hij, was niet de oudste en de laatste. Een zekere Van Gheel (1810-1916) uit Chênée, werd 106 jaar oud.

De afvaardigingen waren talrijk. De koning, die een telegram had gestuurd naar de naaste familieleden, liet zich afvaardigen door zijn veldadjudant kolonel Deruette (werd later nog generaal) en door zijn ordonnansofficier kapitein staf-adjunct, commandant d'Outrepont. Vervolgens liet de toenmalige Minister van Oorlog, Charles de Broqueville (1860-1940) zich vertegenwoordigen door kapitein Blaise en Minister van Binnenlandse zaken, Paul Berryer (1868-1936) door zijn bestuurder dhr. Guelton en zijn bureelhoofd dhr. Simon.

Jean-Philippe Lavallé (1809-1913), de oudste 100-jarige combattant van 1830
Jean-Philippe Lavallé
Le dernier des derniers
Combattants de 1830
Koninklijk Museum
van het Leger en de
Krijgsgeschiedenis
Een afvaardiging van het 2é Linieregiment onder het bevel van lt.kol. Cuvelier uit Aarlen woonde eveneens de plechtigheid mee, waarbij de onderofficieren van het regiment de lijkkist droegen. De stoet werd voorafgegaan met het vaandel van 1830, geleid door een afvaardiging der "Maatschappij der kinderen van de Strijders van 1830", dit onder de leiding van dhr. voorzitter Gonne en zijn secretaris dhr. Besinne met talrijke leden van de maatschappij.

Gouverneur Graaf Emmanuel de Briey (1862-1944) van de provincie Luxemburg, leden van de bestendige deputatie, senatoren, volksvertegenwoordigers en hoge ambtenaren van het provinciaal bestuur liepen stoetsgewijs mee evenals de burgemeester van Virton, zijn schepenen en gemeenteraadsleden gevolgd door alle kinderen uit de naburige scholen. Talrijke redevoeringen werden er gehouden, waaronder deze van burgemeester Piesseveau, door dhr. Guelton van Binnenlandse Zaken en door dhr. voorzitter Gonne, die eindigde met zijn redevoering:

"In naam der kinderen en afstammelingen der strijders van 1830, bid ik u mijne heren de uitdrukking te willen aanvaarden van onze erkentelijkheid en vaarwel te zeggen aan Jean-Philippe Lavallé, de laatste strijder van 1830, met aan zijn stoffelijke overblijfselen een laatste groet te sturen met het vaandel, dat getuige was van hun heldendaden, maken wij ons de tolk van die dappere strijders met de wens te uiten, dat al de Belgen zich in een enkele gedachte, in eenzelfde poging zouden verenigen voor het behoud van de onafhankelijkheid, van de vooruitgang, van de grootheid van ons duurbaar Vaderland".

Raadpleegbare bronnen:

Vermeld bij de beschrijving van de foto's



vrijdag 19 april 2019

Philippe Demoulin 1809-1912, de 102-jarige oud-strijder van 1830 van Arquennes


Philippe Demoulin, was van geboorte afkomstig uit het Henegouwse Feluy-Arquennes, waar hij binnen een landbouwersfamilie het levenslicht zag op 28 december 1809 link. Hij groeide er op in de ouderlijke hoeve "Grande Peine", die door zijn vader was gebouwd. Zijn jaren voltrokken zich onder de Franse overheersing en Hollands Bewind en hij was eigenlijk een Fransman en Hollander in die tijd.

Gevechten op het hoogste punt van het park van Brussel op 24 september 1830
Gevechten op het hoogste punt van het
park van Brussel op 24 september 1830
Le Patriote Illustré, 28-09-1930
Op 25 mei 1828, tekent Philippe een dienstverbintenis aan voor vijf jaar bij de artilleriedivisie en krijgt stamnummer 3927 toegewezen. Wanneer in 1830 de onlusten uitbreken, wordt er slag geleverd in het Brussels park met de Hollandse troepen. De Belgen waren immers de onderdrukking meer dan moe.
Gevechten in het park van Brussel op 25 september 1830
Gevechten binnen het park van Brussel
op 25 september 1830
Le Patriote Illustré, 28-09-1930

Philippe verbleef er in de kazerne van het " 't Klein Kasteeltje" en verlaat er op 21 maart 1836 het leger. Hij wordt er bij de reserve eenheden opgenomen en gaat effectief met verlof op 28 februari 1838.

Volgens geschreven bronnen, sprak Philippe liever over de gebeurtenissen van 1815 dan over deze van 1830. Hij herinnerde zich als zesjarige knaap, wanneer de legers van Napoleon langs Feluy-Arquennes doortrokken, zich halt hielden op de hoeve van zijn vader. Ruiters zetten hem dan in hun zadel en reden met de kleine Philippe door de velden. 

Philippe Demoulin (1809-1912) Arquennes voor zijn café
Philippe Demoulin doet
zijn opwachting voor zijn café
Collectie Leondyme
Wanneer Philippe eenmaal teruggekeerd was naar zijn woonplaats en naar zijn echtgenote Joachime Wauthmy, waarmee hij elf kinderen had, opende hij er het café "Du Stade" en zou er gans zijn leven blijven wonen. Op 95-jarige leeftijd las hij nog zonder bril. Daarenboven bleek hij over een ijzeren maag te beschikken. Bovendien was Philippe een verstokte pijproker, want de ene pijp volgde de andere op. Zelfs kort voor zijn overlijden vroeg hij nog om zijn pijp.

Philippe Demoulin (1809-1912) Arquennes doet zijn opwachting voor zijn café n.a.v. het bezoek van Koning Albert I, dat plaatsvond op 16 februari 1912
Philippe Demoulin
ontvangt Koning Albert I
op 16 februari 1912,
Collectie Leondyme
Wanneer Koning Albert I, op 16 januari 1912 een bezoek aan de voormalige oud-strijder, die gediend had onder Koning Leopold I en Koning Leopold II wou brengen, stuurde hij zijn secretaris Godefroid daags voordien naar Feluy-Arquennes om er de familie daarvan op de hoogte te brengen.

De secretaris werd er in de herberg persoonlijk ontvangen. Drie dochters van Philippe, stonden hun hoogbejaarde vader bij en luisterden naar de koninklijke secretaris. De Koning zou in eigen en persoonlijke naam aan de hoogbejaarde oud-strijder een foto zou komen overhandigen. De secretaris, had alle moeite om Philippe te overtuigen.

Het koninklijke voertuig hield halt aan de nederige woning-herberg van Philippe Demoulin, die zich in zijn oorspronkelijke klederdracht van strijder uit 1830 had uitgedost, namelijk de blauwe kiel, met versierde muts, geel en zwarte kokarde.

Philippe Demoulin (1809-1912) Arquennes met een dochter naast de foto van Koning Albert I
Philippe Demoulin met een dochter.
Collectie Leondyme
Nederig stond hij gebogen in het bijzijn van zijn vier dochters, drie zonen, acht kleinkinderen en zeven achterkleinkinderen. Burgemeester François (Joseph) Deladrière, pastoor Delhaye, gewezen schepen Aimé Rousseau en andere personaliteiten samen met de veldwachten stonden de honderdjarige bij.

Koning Albert I, liep met open armen naar zijn roemrijke landgenoot, waarbij een langdurige en warme omhelzing plaatsvond. Bij het binnentreden van de achterkamer stond de champagne klaar op het schenkblad. De koning weigerde eerst, maar stemde uiteindelijk toe na aandringen van zijn oud-soldaat en strijder.

Begrafenisplechtigheid van Philippe Demoulin in februari 1912
Begrafenisplechtigheid
Philippe Demoulin
La Dernière Heure 25-02-1912
Tijdens het gesprek maakte Philippe aan koning Albert I duidelijk, dat hij geheel zijn leven aan zijn Vaderland was toegewijd en verwoordde het als volgt:"...ik heb onder Napoleon I, Willem I, Leopold I, Leopold II en Albrecht I gestreden en gediend; ik was officieel Fransman, Hollander en uiteindelijk Belg, maar heb mij nooit anders dan Belg gevoeld".

Er werd geklonken op de goede gezondheid, met de wens elkaar nog in de toekomst te mogen ontmoeten. Terwijl de kranige oud-strijder van 1830 in zijn leunstoel zat, overhandigde koning Albert I aan Philippe één van zijn mooiste ingelijste foto's. "Leve de koning": riep de geëmotioneerde Philippe uit", en liet zijn tranen de vrije loop. Het innig gesprek duurde ruim een half uur.

Buste van Philippe Demoulin (1809-1912), dat zich in het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschienis te Brussel bevind.
Philippe Demoulin 1809-1912
Le dernier des derniers combattants
de 1830
Koninklijk Museum van het Leger
en de Krijgsgeschiedenis
Kort nadat dit koninklijk gesprek had plaats gevonden, overleed Philippe op 14 februari 1912 in zijn geboortedorp.

Koning Albert I, stuurde bij dit eervol overlijden van Philippe Demoulin een koninklijk telegram aan zijn nazaten en liet zich afvaardigen door kolonel de Moor en kapitein Lattoir. Volgens de pers ging Philippe de geschiedenis in als de langst in leven zijnde "Combattants de 1830", die 102 jaar, 1 maand, 2 weken en 3 dagen oud werd. Achteraf zou blijken, dat dit niet zou kloppen.

Nadat de begrafenis voltrokken was, kwam er kort daarna uit onverwachte hoek een reactie uit de buurt van Virton, waar er nog een honderdjarige oud-strijder in leven was, namelijk: Jean-Philippe Lavallé.





Raadpleegbare bronnen:

De Volksstem, 18 februari 1912
Gazet van Mol, 20 februari 1912
Tijdschriftartikel en foto uit 1912
La Dernière Heure, 25 februari 1912
Le dernier combattant de 1830-Commune de Seneffe 
Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis, link






 






woensdag 17 april 2019

Pierre Joseph Theillet 1787-1891, de 104-jarige oud-strijder tijdens het Franse Keizerrijk van Jumet

Pierre Joseph Theillet, werd op 7 mei 1787 in het Franse Saint-Victurien geboren  Hij, was de zoon van Léonard Theillet (°1765) en van Anne Brive.

Hij, was een oud-strijder van de Grote Oorlog uit het Franse Keizerrijk, die naar België verhuisde en werd met de Sint-Helenamedaille onderscheiden.

Doordat Franse archieven vernietigd werden, kon Pierre nooit in het huwelijk treden met zijn vriendin, waarmee hij nochtans veel 14 natuurlijke kinderen had link.Deze eerste link toont, dat hij wel in het huwelijk is getreden, maar dit klopt niet volgens de andere link. Pierre had een verbintenis aangegaan met Marie-Antoinette Detry (1798-1871), waar hij 14 kinderen mee had. Nooit heeft hij in Saint-Victurien zijn eigen geboorteakte kunnen bekomen, die nodig was om met haar in het huwelijk te treden.

Pierre Joseph, overleed er op 29 augustus 1891 te Jumet en werd 104 jaar, 3 maanden, 3 weken en 1 dag oud. 

Aangezien hij nooit zijn geboorteakte heeft bekomen in zijn geboorteplaats, is de vraag of de hierbij neergeschreven datum volgens de bronnen juist zijn?

Raadpleegbare Bronnen:

De laatste Napoléon veteranen, link
Les Grognard centenaires de Napoléon, link, link

François de Navarre 1785-1887, de 102-jarige oud-strijder tijdens het Franse Keizerrijk van Fize-Fontaine-lez-Huy


Journal de Bruges
9 september 1887
De Navarre François, werd omstreeks 1785 in het Franse Le Havre geboren. Als 15-jarig kind volgde hij met zijn vader en moeder generaal Napoleon tijdens zijn veldtochten naar Italië, Syrië en Egypte. Als jonge militair onderscheidde hij zich achtereenvolgens in de verschillende veldslagen bij Austerlitz in 1805, Jena in 1806 en Eylau in 1807.

In 1808 was François in Spanje, maar verliet dit land na drie jaar, om er in Rusland getuige te zijn van de dramatische gebeurtenissen van de Slag bij Smolensk en bij de Slag aan de  Berezina in 1812. Daarna verbleef hij lange tijd in Polen, waarna hij naar Frankrijk en vervolgen- met zijn vriend Thioux-naar België terugkeerde.

Gazette van Brugge, 1887
Gedurende ruim dertig jaar verbleef hij er in de verschillende dorpen van Verlaine, Bodegnée en Fizé-Fontaine-le Huy. Nu een deelgemeente van Villers-le-Bouillet. Daar oefende hij er de verschillende beroepen uit van boerenknecht, oogstarbeider, koetsier, scherm-of dansmeester...

François, had met zijn sterk en onvermoeibaar uiterlijk, tijdens de vele veldtochten en militaire loopbaan  zich meermaals in hachelijke posities bevonden. Daarvoor werd hij, onderscheiden was met de Sint-Helenamedaille en vele andere militaire eretekens.

François, zou zijn grote geliefde Keizer Napoleon ruim 66 jaar overleven. Hij, overleed er als één der oudste overblijvende soldaten van Napoleon te Fize-Fontaine-lez- Huy  in 1887 in de leeftijd van 102 jaar.

Raadpleegbare bronnen:

De Gazette van Brugge, 1887
Journal de Bruges, 9 september 1887

zaterdag 13 april 2019

Meesters Leonardus 1796-1896, de honderdjarige oud-strijder tijdens het Franse Keizerrijk van Eigenbilzen


Informatie zonder
bronreferentie
Leonardus Meesters, werd op 22 maart 1796 in Eigenbilzen geboren. Hij, was de zoon van Marcellus Meesters (1771-1847) en van Maria Boulen (1772-1818) link.

Het Nieuwsblad van Geel, 7 maart 1896
Zijn loting vond plaats in 1815 en was soldaat van 29 mei 1815 tot 8 mei 1818 bij het 42ste bataljon der Nederlanden. Op 1 juni 1830 werd hij als gendarme aangenomen en deed er dienst in de Nederlandse Koninklijke Maréchaussée, maar na enkele maanden nam hij op 1 oktober van datzelfde jaar dienst bij de Belgische rijkswacht. Hij, trad op 11 november 1839 te Valkenburg in het huwelijk met Marie Catherine Bogman (1807-1871).

Vervolgens nam Leonardus deel aan de veldtochten tegen Holland in 1830, 1831, 1832 en 1833, waar hij er vanaf 1 maart 1831 als rijkswachter te paard diensten volbracht.

Op 1 januari 1847 werd hij in het bezit gesteld van 3 frontstrepen en op 13 januari 1853, ging Leonardus als rijkswachter op pensioen. Bovendien was hij de laatste overgebleven Belgische oud-strijder, die slag had geleverd onder de legers van Napoleon.
Den denderbode, 26 maart 1896

Tijdens de verkiezingen voor de Kamer in oktober 1894 vervulde hij als een sterke gebouwde hoogbejaarde grijsaard nog zijn kiesplicht en deed dit zonder bril.

Limburgse honderdjarigen met
tweede van links Leonardus Meesters
Toen Eigenbilzen volop aan de voorbereidingen bezig was om Leonardus te vieren, gebeurde dit eerder in mineur.

Een goede tien dagen eerder werd hij lusteloos zonder eigenlijk ziek te zijn en moest het bed houden. Dokter Cuypers bezocht hem dagelijks terwijl zijn broer en kloosterling  Lambertus (°1815) hem aan zijn bed bijstond voor de verdere verpleging.
De eigenlijke festiviteiten maakte hij niet meer mee, ondanks de enorme volkstoeloop.

Oud-strijder Leonardus Meester 1796-1896
Bidprentje
Leonardus Meesters
Den denderbode, 26 maart 1896
Zowel de Nederlandse als de Belgische gendarmes, kwamen hulde brengen aan de oudste gewezen soldaat van België, maar kregen hem niet meer te zien. Zijn kleinzoon en kapelaan de E.H. Meesters droeg de H.Mis op, terwijl zijn broer Lambertus eveneens aanwezig was.

Leonardus, die niet mee heeft kunnen genieten, van de feestelijkheden, overleed er in zijn geboortedorp, twee dagen nadat hij honderd jaar oud geworden was op 24 maart 1896. Hij, werd 100 jaar en 2 dagen oud.





Bronnen: Den denderbode, 26 maart 1896
Het Nieuwsblad van Geel, 7 maart 1896
Foto en bidprentje eigen collectie

Larmoyeux Pierre Joseph 1795-1895, de honderdjarige oud-strijder tijdens het Franse Keizerrijk van Ransart


Pierre Larmoyeux
Home Scarlet Ransart
Cartes Illustrées
Pierre Joseph Larmoyeux,  werd op 5 maart 1795 te Ransart geboren. Hij, was de zoon van Jean Joseph Larmoyeux (ca 1763-1827) en van Marie Agnès Joseph Durvaux (1771-1845) link.

Op 8 november 1820, trad hij te Ransart met Marie Catherine Gérard (°1793) in het huwelijk. Zij, was de dochter van Jean Joseph Gérard (1759-1814) en van Anne Joseph Lenobie (1761-1843) link.
Gazette van Brugge, 6 maart 1895

Deze voormalige soldaat en spijkerverkoper uit de republikeinse periode was eerder een zonderling. De man, die reeds de eeuwgrens had bereikt en bijtijds een uitstapje maakte naar Charleroi, vertelde aan al wie het horen wilde, dat hij zijn documenten ging afhalen om er te trouwen.

Ook had hij reeds twee jaar eerder zijn doodskist besteld, waar hij die met regelmaat ging bekijken. Vervolgens, had  de voormalige oud-strijder uit het Franse Keizerrijk 24  flambeeuwdragers (fakkeldragers) aangesproken, die hem eervol dienden te begeleiden bij zijn overlijden. Toch moest hij met regelmaat in vervanging voorzien, daar meerdere dragers eerder kwamen te overlijden.

Gazette van Brugge, 26 december 1895
Pierre, die bij de Slag van Waterloo strijd had geleverd, overleed er te Ransart op 23 december 1895 en werd 100 jaar, 9 maanden, 2 weken en 4 dagen oud.

Pierre Joseph, was drager van de St. Helenamedaille link

Bronnen: Soldat Napoléonais à Ransart et à Jumet link
Ransart: Il s'est battu contre Napoléon Bonaparte link
Derniers vétérans de l'armée napoléonienne, Premier Empiere link