Laatste update: 08-11-2013
Het Poolschip" Pourquoi Pas" in de haven van Nantes |
Dr. Jean Charcot |
Dit poolschip werd voor wetenschappelijke doeleinden gebruikt door de Franse poolreiziger Dr. Jean Charcot en vaarde er meermaals naar de ijszeeën.
Als er destijds zulk schip in een haven aanmeerde bleek dit een zeldzame gebeurtenis te zijn en zelfs zo raar als de poolwinters, die België ooit heeft gekend.
Heden ten dage wordt alles nauwkeurig bijgehouden. Dit moet vroeger ook het geval geweest zijn want twee gelijklopende informatiebronnen, neergeschreven door kroniekschrijvers van weleer en voor waar dienen te worden aangenomen, geven enkele data weer van strenge winters:
Winter 763-764, vroor het onafgebroken van begin oktober tot in februari;
Winter 847, overvloedige sneeuwval van 18 tot 25 september. Halve meter sneeuw overal;
De driemaster "Pourquoi pas" van Dr. Jean Charcot, die op zondag 26 september 1926 Brussel binnenvaarde. Eerder had het herbeschilderde schip Brugge, Zeebrugge, Oostende en Antwerpen bezocht |
Winter 763-764, vroor het onafgebroken van begin oktober tot in februari;
Winter 1074-1075, vroor het van 1 november tot half april;
Winter 1240, 1241 en 1242 waren zo hard, dat de wolven tot in Gent te zien waren;
Winter 1407, was de Schelde toegevroren en reden paardenkarren stroomopwaarts;
Winter 1434-1435, vroor het zonder onderbreking van 30 november tot 22 maart. Daarna trad er een korte dooiperiode in, maar kort daarna begon het terug hard te vriezen tot in mei. Gedurende 150 dagen was het echt winter;
Winter 1464-1465, lag -voor zover men het door te kronieken te weten kwam- de Schelde voor vijf volle weken dichtgevroren. Zelfs de wijn bevroor;
Winter 1514-1515, reed men terug met karren op de Schelde;
Winter 1517 en 1543, idem als hierboven en reed men gedurende zes weken lang met paard en kar van Rupelmonde naar St.-Bernards.
Winter 1564-1565, dezelfde taferelen zoals hierboven met een ijskermis ;
IJskermis op de Schelde voor Antwerpen tijdens de winter 1564-1565 Naar een oude gravure |
Winter 1595, was zowel de Schelde, de Rijn als de Adriatische zee bij Venetië dichtgevroren;
Winter 1600, 1607 en 1622, bewandelde men terug de Schelde. In 1622 vroor het zo hard, dat men een ijsdikte van 6 voet mat;
Winter 1655, vroor het 75 dagen aan een stuk;
Winter 1683-1684, was een eigenaardigheid: "de Schelde voor Antwerpen lag dichtgevroren vanaf het Kranenhoofd tot Austruweel, maar voorbij die twee grenslijnen kon men met de bootjes overzetten;
Winter 1715, lag de Schelde gedurende 4 weken dicht. Van Antwerpen tot in Temse vierde men er kermis op;
IJskermis op de Schelde in 1776. Ook in 1715 beleefde men dezelfde taferelen Naar een oude gravure |
Winter 1762, zelfde taferelen zoals in 1715;
Winter 1785-1786, vroor het gedurende 110 dagen;
Winter 1788-1789, werd Europa volledig door de winter geteisterd;
Winter 1812-1813, moet verschrikkelijk geweest zijn. Denk hierbij aan de aftocht van Napoleons leger in Rusland;
Winter 1838, begon het te vriezen vanaf 19 januari. Op 27 januari zakte het kwik tot -17,22°C onder het vriespunt;
Winters tussen 1820-1829 waren buitengewoon streng;
Winter 1855, tijdens de eerste vier maanden vroor het 74 dagen;
Winter 1880-1881, 71 vriesdagen. Op 25 januari 1881 daalde het kwik tot -21°C onder het vriespunt;
Winter 1887-1888, bracht zijn ijsdagen mee. Te Vielsalm zakte het kwik tot -26°C onder het vriespunt. Gedurende 29 volle dagen vroor het te Aarlen en op de Baraque Michel (van 1 t/m 29 februari). Wolven werden gesignaleerd te Kalfort nabij het kasteel van Coolhem,in het Waals-Brabantse dorpje Nethen en te Luxemburg;
Wolvenpopulatie in de provincie Luxemburg in januari 1888. Drie werden en neergeschoten. |
In de provincie Oost-Vlaanderen te Kalfort nabij het kasteel "Coolhem", werd een wolf neergeschoten in januari 1888 |
In het Waals-Brabantse dorp Nethen werd op 25 maart 1888 een wolf neergeschoten nadat het een kalf had verslonden. |
Winter 1890-1891, was een poolwinter in zijn volle betekenis van het woord. Het begon te vriezen vanaf 26 november tot 26 januari. Twee volle maanden vroor het zodanig hard, dat alle werkzaamheden in de haven stil viel.
Toen was er nog geen sprake van een verzekering tegen werkloosheid of werklozensteun. Het overgrote deel van de arbeidersklasse moest beroep doen op de openbare dienstverlening of van private liefdadigheid. Deze laatste kwam niet tekort aan haar plicht en verzachte ruimschoots de ellende, die de poolwinter met zich meebracht.
Reeds vanaf de derde week, lag alles potdicht en was er geen gevaar meer. De vervaarlijke ijsschotsen die eerst nog drijvende waren vroren dicht en maakten een ijsbaan tot in Gent. Pas nadat de dooi zijn intrede deed werd het gevaarlijk. Losgekomen ijsschotsen begonnen stilaan weg te drijven en staken twee meter boven de waterspiegel uit.
De Schelde vol drijfijs tijdens de winter 1890-1891 |
Drie waaghalzen moesten het met hun leven bekopen. Pas op 4 februari werd er terug toelating gegeven aan zeilschepen met zware rompen om uit te varen. Het scheepsverkeer was gedurende 54 dagen gedeeltelijk en 44 dagen volledig gestremd. Legertroepen trokken te Hemiksem met geschut en ruiterij de Schelde over, als oefening. Het enige leuke was, dat de schaatsers naar believen hun kunde konden tonen op de halve meter dikke ijspiste.
Vastgevroren boten die er tijdens de winter 1894-1895 op de Schelde moesten overwinteren |
Winter 1894-1895, stoomboten die in-en uitvaarden werden verrast en kwamen halverwege de Schelde vast te zitten in het ijs.
De twee hieronder bovenstaande winters werden mij doorgegeven. De andere twee maakte ik zelf mee.
Ook andere landen kenden strenge winters met alle rampzalige gevolgen:
Winter 401, bevroor de Zwarte Zee;
Winter 764, ijs strekte zich uit voor Constantinopel tot 100 mijl ver in zee;
Winter 1063, was de Theems gedurende 14 weken dichtgevroren;
Winter 1294, Kattegat (zeestraat tussen Zweden en Denemarken) met ijs bedekt;
Winter 1323, de Oostzee werd gedurende 6 weken voor aal verkeer gesloten;
Winter 1401, de Oostzee van Pommeren tot Denemarken dichtgevroren;
Winter 1407, alle kleine vogels in Engeland kwamen om door de vrieskou;
Winter 1460, de Oostzee dichtgevroren. men reed met paard en kar van Zweden naar Denemarken;
Winter 1511-1512, van 11 november tot eind februari stond er op de Maas te Rotterdam een travalje;
Winter 1548, reed men met sleeën van Rosstock naar Denemarken;
Winter 1564, Kermis op de Theems;
Winter 1607, Kermis op de Theems met vuurwerk;
Winter 1622, Zuiderzee dichtgevroren, de Hellespont met ijs bedekt en alle Europese rivieren dichtgevroren;
Winter 1658, in Engeland spleten alle eikenbomen door de aanhoudende vorst. Ook het hulst bevroor;
Winter 1691, kwamen de wolven tot in Wenen;
Winter 1713, langdurige strenge vorst;
Winter 1766-1767, van 25 december tot 22 januari ongewoon streng;
Winter 1829-1830, rivier de Zaan van 29 november tot 9 maart dichtgevroren;
Winter 1845, in januari mat men -17,77°C graden onder het vriespunt. Februari kende 27 vorstdagen. Op 23 maart (Pasen) at men Paaseieren op het ijs;
Winter 1849, bevroor het kwik in Noorwegen;
Winter 1855, 22 dagen strenge vorst in februari;
Winter 1861, strenge winter, die gepaard ging met plotselinge kortstondige dooi. Gevolg daarvan was een dijkbreuk te Bommelerwaard en waarbij 12 dorpen onder water kwamen te staan. Op 1 februari zorgde een dijkbreuk te Leeuwen (Gelderland) ervoor, dat 17 dorpen van de kaart geveegd werden. hierbij kwamen 30 mensen om het leven. Een 8-jarig meisje zat gedurende zeven dagen op een ijsschots en was de enige overlevende van een huisgezin;
Winter 1865, de IJ voor Amsterdam was dichtgevroren. Op 31 maart wisselde sneeuw en hagel elkaar nog af op het ijs. Daags nadien veranderde het weer en kon men op 17 april reeds zwemmen in de Maas. Graanvelden stonden weelderig en fors gestruikte, landschappen kleurden groen en fruitbomen stonden in volle bloei. een kerselaar, die op 14 april nog geen teken van leven gaf, stond vijf dagen nadien in volle bloei;
Winter 1879-1880, op 1 december stremde de Amsterdamse vaart en zakte het kwik op 9 januari naar -17, 22°C ;
Winter 1881, strenge winter gepaard gaande met hevige sneeuwstormen.
Tegenover strenge winters staan ook zachte winters
|
. |
Gazette van Brugge 12 februari 1883
Gazette van Brugge van 11 januari, 27 februari, 24 en 28 maart 1888
Ons Land 2 oktober 1926
Zondagsvriend 10 maart 1938
Op de hoogte blijven? Abonneer je op mijn feed.
Noël De Mey
Geen opmerkingen:
Een reactie posten