zondag 21 april 2019

Jean-Philippe Lavallé 1809-1913, de 104-jarige oud-strijder van 1830 van Saint-Mard (Luxemburg)


Jean-Philippe Lavallé (1809-1913), de oudste 100-jarige combattant van 1830
Jean-Philippe Lavallé
1809-1913
Le Patriote Illustré 16-02-1913
Hij, werd op 4 februari 1809 te Saint-Mard (Virton) geboren. Een andere bron schrijft van Saint-Mard in het département des Forêts in Frankrijk (?). Jean-Philippe was de zoon van Jean-Baptiste Lavallé (1780-1867) en van Marie-Joseph Autelet (°1784) link.

Op 1 mei 1828 vervult hij zijn legerdienst bij het 2é Linieregiment en wordt gekazerneerd op de citadel van Namen. Dit onder het toen nog Hollands Bewind van Willem I.

Belgische patriotten in een kelder in de Koningstraat openen het vuur.
Patriotten verdoken in een kelder in
de Koningstraat en openen het vuur
Le Patriote Illustré van 1930
Tijdens de woelige onlusten van 1830, levert hij met zijn Waalse streekgenoten hoofdzakelijk gevechten in de Kempen en wordt door ziekte getroffen te Venlo.

Vervolgens werd hij achtereenvolgens gekazerneerd te Gent, Ypres bij Merch (Groothertogdom Luxemburg) en streed er te Leuven en te Maastricht. Bovendien zou hij zich verder van 1831 tot in 1833 blijven inzetten en gevechten leveren. Op 1 juli 1834 krijgt Jean-Philippe een frontstreep en wordt uiteindelijk in 1839 gedemobiliseerd.

Barrikade ter verdediging van het hotel "Belle-Vue" op de hoek van het Koningsplein.
Vrijwilligersbarricade voor de verdediging
van het hotel "Belle-Vue" op de hoek
van het Koningsplein
Le Patriote Illustré 28-09-1930
Eenmaal terug actief in het dagelijkse leven, helpt hij mee aan het uitgraven van het kanaal van Donchéry (Meuse). Jean-Philippe trad op 14 januari 1846 te Rumont in het huwelijk met Marie Thérèse Larcher. Het echtpaar kreeg zeven kinderen. Vervolgens was hij werkzaam bij het aanleggen van de spoorlijn naar Saint-Mard.

Artilleriegevechten met vooraan Jean-Joseph Charlier (1794-1886), die over een enorme buitengewone wilskracht beschikte en de bediener was van het ijzeren kanon.
Artilleriegevechten met vooraan
Jean-Joseph Charlier (1794-1886).
Ondanks, dat hij een houten been had,
beschikte de man over een buitengewone
wilskracht en bediende hij het ijzeren kanon
Le Patriote Illustré 28-09-1930
Wanneer echter het krantenartikel van 1912 in de "L' Indépendance" verschijnt waarin bekend werd gemaakt, dat de laatste overgebleven oudste vrijwilliger uit 1830, Philippe Demoulin (1809-1912) overleden was, ontstond er enige beroering in Saint-Mard.

De Burgemeester van Saint-Mard, François Joseph Piessevaux (1855-1937), burgervader van 1906 tot 1932, doorzocht zijn archieven en kwam tot de bevestiging, dat Lavallé nog in leven was én hij dus de langst levende patriot was van 1830. Onder zijn impuls werden de nodige stappen ondernomen om de oud-strijder naar zijn geboortedorp Saint-Mard nabij Virton terug te halen.

Kolonne van 1.100 vluchtende Hollanders passeren de Naamse Poort op 23 september 1830
Een colonne van 1100 vluchtende
Hollanders passeren de Naamse Poort 
op 23 september 1830. 
Le Patriote Illustré van 1930
Samen met Louis Georges Auguste Lorand (1860-1918) overtuigen zij Jean-Philippe en vestigde hij zich op 19 december 1912 terug in zijn geboortedorp. Ondertussen was de held meer dan 103 jaar oud geworden. Door zijn terugkeer creëerde men een ware voedingsbodem tot allerhande roemrijke gesprekken en verhalen van hun streekgenoot.

Op 4 februari 1813 vond er naar aanleiding van zijn 104é verjaardag een groot volksfeest plaats te Saint-Mard. Een subsidie van 200 oude Belgische Franken mocht hij in ontvangst nemen en kreeg vervolgens het Kruis van Ridder in de Kroonorde opgespeld, door de kolonel van het 2é Linieregiment.

De Herinneringsmedaille van 1830 had Jean-Philippe eerder opgespeld gekregen. Bovendien beschikte de bejubelde veteraan over een goede memorie, want hij wist nog goed, dat hij onder de bevelen van kolonel en latere generaal Fréderic Dollin du Fresnel (1787-1856) en generaal Nicolas Joseph Daine (1782-1843) stond.

Lang heeft hij niet kunnen nagenieten van de belangstelling en feestelijkheden. Geveld door een zware griep, overleed Jean-Philippe op 19 februari 1913 in zijn geboortedorp Saint-Mard in de provincie Luxemburg. Hij, werd opgebaard in een zaal van het gemeentehuis, die voor deze droeve gelegenheid als rouwkapel was ingericht. Familieleden hielden voortdurend de wake.

Buste van Jean-Philippe Lavallé (1809-1913), dat zich in het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis te Brussel bevind.
Jean-Philippe Lavallé
Le dernier des derniers
Combattants de 1830
Koninklijk Museum van het Leger
en de Krijgsgeschiedenis
De begrafenisplechtigheid vond plaats op 22 februari 1913 om 11u30 en verliep indrukwekkend. Met zijn 104 jaar, 2 weken en 4 dagen, was hij namelijk niet alleen-naar alle vermoeden-de allerlaatste "combattants van 1830", maar ook één der oudste en laatste overgebleven oud-strijder, die streed voor het voortbestaan van België. Maar hij, was niet de oudste en de laatste. Een zekere Van Gheel (1810-1916) uit Chênée, werd 106 jaar oud.

De afvaardigingen waren talrijk. De koning, die een telegram had gestuurd naar de naaste familieleden, liet zich afvaardigen door zijn veldadjudant kolonel Deruette (werd later nog generaal) en door zijn ordonnansofficier kapitein staf-adjunct, commandant d'Outrepont. Vervolgens liet de toenmalige Minister van Oorlog, Charles de Broqueville (1860-1940) zich vertegenwoordigen door kapitein Blaise en Minister van Binnenlandse zaken, Paul Berryer (1868-1936) door zijn bestuurder dhr. Guelton en zijn bureelhoofd dhr. Simon.

Jean-Philippe Lavallé (1809-1913), de oudste 100-jarige combattant van 1830
Jean-Philippe Lavallé
Le dernier des derniers
Combattants de 1830
Koninklijk Museum
van het Leger en de
Krijgsgeschiedenis
Een afvaardiging van het 2é Linieregiment onder het bevel van lt.kol. Cuvelier uit Aarlen woonde eveneens de plechtigheid mee, waarbij de onderofficieren van het regiment de lijkkist droegen. De stoet werd voorafgegaan met het vaandel van 1830, geleid door een afvaardiging der "Maatschappij der kinderen van de Strijders van 1830", dit onder de leiding van dhr. voorzitter Gonne en zijn secretaris dhr. Besinne met talrijke leden van de maatschappij.

Gouverneur Graaf Emmanuel de Briey (1862-1944) van de provincie Luxemburg, leden van de bestendige deputatie, senatoren, volksvertegenwoordigers en hoge ambtenaren van het provinciaal bestuur liepen stoetsgewijs mee evenals de burgemeester van Virton, zijn schepenen en gemeenteraadsleden gevolgd door alle kinderen uit de naburige scholen. Talrijke redevoeringen werden er gehouden, waaronder deze van burgemeester Piesseveau, door dhr. Guelton van Binnenlandse Zaken en door dhr. voorzitter Gonne, die eindigde met zijn redevoering:

"In naam der kinderen en afstammelingen der strijders van 1830, bid ik u mijne heren de uitdrukking te willen aanvaarden van onze erkentelijkheid en vaarwel te zeggen aan Jean-Philippe Lavallé, de laatste strijder van 1830, met aan zijn stoffelijke overblijfselen een laatste groet te sturen met het vaandel, dat getuige was van hun heldendaden, maken wij ons de tolk van die dappere strijders met de wens te uiten, dat al de Belgen zich in een enkele gedachte, in eenzelfde poging zouden verenigen voor het behoud van de onafhankelijkheid, van de vooruitgang, van de grootheid van ons duurbaar Vaderland".

Raadpleegbare bronnen:

Vermeld bij de beschrijving van de foto's



1 opmerking:

Rieme Hofman zei

"Département des Forêts in Frankrijk" is de naam van onze provincie Luxemburg in de Franse tijd.