Lazarus Marcquis, die de zoon van een Waalse handelsman was, was er te Antwerpen gevestigd. Toen hij studeerde bij de Jezuïeten, leerde hij er Pieter Paul Rubens kennen, werd er bevriend mee en werd zijn latere lijfarts.
Te Padua werd Lazarus in 1599 tot doctor in de geneeskunde uitgeroepen. Hij, keerde naar Antwerpen terug en werd er als beëdigd stadsgeneesheer verkozen. Hij, trad in het huwelijk met de dochter van een collega, Maria Van den Broeck. Zij bracht dertien kinderen ter wereld. De meeste van zijn kinderen werden zelf geneesheer of huwden ermee.
In 1606 werd hij chirurgijn van het Ste-Elisabethziekenhuis. Zelf was Lazarus woonachtig vanaf 1605 in de Lange Nieuwstraat en bleef er wonen tot aan zijn overlijden. Ook kreeg hij er meermaals het bezoek, van zijn vriend Pieter Paul Rubens.
Marcquis was de bezieler in 1610 van een quasi-officiële "Maatschappij voor Geneeskunde", die aanleiding gaf tot de oprichting van het beroemde "Collegium Medicum" in 1620. Niet lang daarna brak te Antwerpen de pest uit. Op verzoek van het stadsbestuur schreef Marcquis een pestboek, dat als één der beste toen werd bestempeld en omdat hij er in de derde uitgave een "volcomen tractaet" van gemaakt had. Samen met geneesheer Spinosa, stond hij in 1640 zijn goede vriend Pieter Paul Rubens bij, tijdens zijn laatste ziektebeeld.
De stad Antwerpen heeft van Lazarus enkele rekwesten bewaard, dien het bewijs leveren, hoe hij zich aan zijn taak heeft gewijd en hoe hij er daarvoor amper voor beloond werd. Nooit kon men hem betrappen van enige hoogmoed en legde zich als mens toe op de wetenschap en naastenliefde.
Wanneer Lazarus op 26 december 1647 overleed, werd hij door geheel de stad Antwerpen betreurd. Als eerbetoon werd een gedenksteen in de St.-Pauluskerk geplaatst, waar hij ook begraven werd. Ook in de kapel van het Ste-Elisabethgasthuis herinnert een glasraam aan de man, die er als geneesheer heel wat hulp had verricht. In het stadhuis kan men zijn wapen terugvinden.
Het was Antoon Van Dijck, die het portret van Lazarus Marcquis schilderde omstreeks 1630. Het bevind zich immers te Leningrad. Er werd naar aanleiding van dit schilderij een kopergravure gemaakt door S. Barras waarvan hier de reproductie wordt afgebeeld, die door Dhr. L. Truyens werd uitgeleend.
Bronnen:
De biografie van Lazarus Marcquis werd door Dr. C. Broeckx en door Alph. Goovaerts opgemaakt in de "Biografie Nationale".
Oud-Antwerpse Portrettengalerie van Floris Prims
Zondagsvriend: 06-03-1932
Op de hoogte blijven? Abonneer je op mijn feed.
Noël De Mey
Geen opmerkingen:
Een reactie posten