dinsdag 17 december 2013

Floris Allewijn (°1522?)



Medaille Floris Allewijn
Floris Allewijn
Over Floris Allewijn bestaat er enige verwarring door het feit, dat men op een ondertekende erfscheidingsakte uit 1638 te Amsterdam, waarop een zekere Floris Allewijn vermeld staat en er geen verwijzing bestaat naar Antwerpen. 

Wie, de andere Floris dan wel blijkt te zijn, moet men terug gaan naar het jaar 1510 waar een zekere lakenbereider Thomas Allewijn er zijn woonplaats had op de Noordzijde van de Hobokenstraat, waar later er een materniteit en home "Marie-José werd ingeplant.

Thomas, had heel wat kinderen, waaronder Jan, die zijn vader als lakenbereider opvolgde in 1549 en van wie de nakomelingen nog lang daar zouden verblijven. Tot in 1610 blijft dit het werkdomein te zijn van de Allewijns. Verschillende akten maken duidelijk, dat zij allen kooplieden waren. Maar Floris wordt nergens vermeld. Of hij de zoon van Thomas is, hebben we het raden naar. Hoogstwaarschijnlijk moet er een zekere verwantschap bestaan met deze familie.

Gegevens over Floris Allewijn vind men weliswaar terug op een lijst waarop 52 verdachten uit Antwerpen vermeld staan. Deze werden op 21 februari 1568 ter verantwoording naar Brussel geroepen n.a.v. hun gedrag tijdens de beeldenstorm. Aan het hoofd van deze verdachtenlijst stonden Marcus Peres, Ursula Lopez, Charles van Bomberghen... Floris stond er als 23ste vermeld.

Op een lijst van 15 februari 1570 staat vermeld: "... dat Floris met alle hier genoemde kompanen uit het land gebannen werd". De vraag blijft of we met dezelfde Floris te maken hebben, die op de Amsterdamse akte vermeld staat en ook daar is overleden? Wat wel zeker is, is de vereenzelviging naar het calvinisme van 1568-1570.

In teruggevonden schepenbrieven bemerkt men, dat Floris als koopman optreed, waarvan een akte van 9 februari 1551, dit duidelijk maakt. Samen met zijn echtgenote Margriet Lambrechts (Lemmens) kopen zij van een zekere Godevaert Goes Willebortson uit Kasterlee en onroerend goed te Balen. Vervolgens koopt hij van zijn schoonbroer Jacob Janssonne (gehuwd met Katline Allewijn) in 1553 een grote partij gronden op de Darisdonk onder Turnhout. Het is ook de plaats waar Floris zijn vrouw afkomstig van was.

De hier weergegeven afbeelding, waarvan een exemplaar terug te vinden is in de "Academie der Wetenschappen" te Amsterdam toont ons het borstbeeld naar rechts met de vermelding:

FLORIS ALLEWIJN. AET.37.1559

Deze medaille werd vervaardigd door de Utrechtse medaillist Steven van Holland in 1559, die zich te Antwerpen kwam vestigen. Na Gillis Hooftman was Floris Allewijn de tweede klant. Daarom het sterk vermoeden, dat deze Floris de zoon kan zijn van Thomas.

In de "Revue numismatique belge" van 1867 was Willem Jan de Vooght van oordeel, dat het om de Utrechtse Floris Allewijn ging. Het was Maurin Nahuys, die daarna liet weten, dat de teruggevonden naam op de erfscheidingsakte van 1638 qua leeftijd ver uit elkaar liep.

Bronnen:
Zondagsvriend 05-06-1932
Oud-Antwerpse portrettengalerij van Floris Prims
Noël De Mey

Geen opmerkingen: