Posts tonen met het label brand. Alle posts tonen
Posts tonen met het label brand. Alle posts tonen

zondag 24 november 2013

Kasteelbrand Van Nieuwenhoven in 1932

Kasteel van Nieuwenhove voor de brand
Kasteel van Nieuwenhove voor de brand
In de tweede helft van januari 1932, woedde een hevige brand in het kasteel van Nieuwenhoven nabij Sint-Truiden, dat eigendom was van baron des Moffarts. Het was zijn schoondochter en weduwe des Moffarts, die na een feest thuiskwam van Hasselt, zag, dat het kasteel in brand stond.

Desolaat beeld van de voorgevel van het kasteel
De voorgevel van het kasteel na de brand
De zijgevel
De zijgevel
Hulp werd ingeroepen van Sint-Truiden en van Hasselt. Wanneer de spuitgasten echter ter plaatse toekwamen stond het prachtige kasteel in lichterlaaie. Zij stonden voor een hopeloze opdracht en probeerden de omliggende gebouwen te vrijwaren.

Het overgrote gedeelte van het kasteel was ongeveer zeventig jaar oud. Het oude gedeelte, dateerde echter uit de jaren 1600 en bleef grotendeels gevrijwaard. Alles binnenin het kasteel werd verwoest. Kostbare tapijten, oude meubelen, zeldzame kunstvoorwerpen... werden vernietigd. De schade was onoverzichtelijk en niet te schatten.
Sfeerbeeld van de uitgebrande toren
Een van de uitgebrande torens
 

Over de oorzaak, tastte men in het duister. Men vermoedde, dat de brand zijn ontwikkeling vond in een oude schouw en daar tot ontwikkeling is gekomen. Men had deze schouw, die jaren in onbruikbaarheid was gesteld enkele dagen voordien weer in dienst gesteld.
 

Het  kasteel stond toen bekend als een der schoonste praalgebouwen uit de streek. De muren bleven intact en konden heropgebouwd worden. Dit kon niet gezegd worden van het kostbare meubilair.


Algemeen zicht van het kasteel na de brand
Het tot puin herleide kasteel

Bron:
Zondagsvriend 31-01-1932
 Op de hoogte blijven?  Abonneer je op mijn feed.



dinsdag 19 november 2013

Jan Baptist (Marcarius) Simeomo 1616-1676



Jan Baptist (Marcarius) Simiomo 1616-1676
Jan Baptist Simeomo
1616-1676
Hij, werd als zoon van de Turijnse koopman Marco-Aurelio en van Sara de la Chambre op 13 mei 1616 te Antwerpen geboren. Jan Baptist studeerde bij de Jezuïeten te Antwerpen en trad op 16-jarige leeftijd in de abdij van Sint-Michiels, waar zijn professie plaatsvond op 2 februari 1634. Toen hij twintig jaar oud was, kreeg hij onderricht in de wijsbegeerte.

Te Leuven kreeg broeder Marcarius, van Joannes à Lapide-die trouwens één van zijn voornaamste leraars was-les in de Godgeleerdheid. Hij haalde er zijn licentie en werd in 1640 tot priester gewijd.

Kanunnik Marcarius bleef een tijdlang onderpastoor te Antwerpen-Meir, in de Kempen, waar kanunnik Overhusius zowel zijn Antwerpse professor als pastoor was. Spoedig keerde hij naar Antwerpen terug, om professor in de theologie te worden.

Vanaf toen stond zijn godsdienstig leven in de strijd om het boek van Jansenius. Simeomo liet zich niet onbetuigd en trok zelf ten strijde met een aantal theologische schriften, waarvan het eerste in 1647 verscheen, dat te wijten was aan vrijheid, genade, predestinatie en voornamelijk aan pastoraaltheologie.

Ook schreef hij ten dienste van Sanderus de geschiedenis van de Sint-Michielsabdij, dat ingebonden werd in de "Brabantia Illustrata". Daarenboven hield hij zich ook bezig met hagiografie. Daarmee bezorgde hij de Bollandisten zoveel informatie, dat twee boekdelen van de "Acta Sanctorum" naar hem werden opgedragen. Ondertussen was Simeomo in 1663 tot abt van Sint-Michiels gekozen en nam als leuze het woordje "Vigila". Dit is ook de reden, dat er in zijn schild twee hanen naast twee leeuwen prijken.

Als lid van de Staten van Brabant voor een staatsie (praal en pracht). Hij liet er te Brussel een fraaie "herberg" bouwen. Dit met als doel, wanneer hij als abt van Sint-Michiels gedurende bepaalde dagen er daar diende te verblijven. Vermeldenswaardig is het feit hoe hij het Prelaatshof van het Kiel wist op te kalefateren, die in 1635 door brand werd verwoest. Hier en daar werd er her-en bijgebouwd en was de bezieler van de plantentuin in 1674 en aangelegde vijvers, die pas na zijn overlijden in 1676 in het hof werden aangelegd.

Simeomo, overleed op 12 april 1676. De Antwerpse stadsbibliotheek is in het bezit van enkele opgedragen werken aan Simeomo. Zijn portret, die hierbij wordt getoond is naar een gravure van Richard Collin, gemaakt in 1669 en blijkt een zeldzaam stuk te zijn.

De ooit gedane oproep om Wittestraat, "rue Blanche" te Antwerpen, die verwarring heeft met de Wittestraat te Berchem om te dopen naar de Simeomostraat vond blijkbaar geen gehoor. Het zou nochthans een passend eerbetoon zijn niet alleen naar de persoon zelf maar ook aan de inwoners van het Kiel.

Brontekst:
Zondagsvriend, 17-01-1932
Antwerpse Portrettengalerie van Floris Prims.

Op de hoogte blijven?  Abonneer je op mijn feed.
Noël De Mey


maandag 18 november 2013

Brussel, Brand Ministerie van Openbaar Onderwijs in 1947

Ministerie van Openbaar Onderwijs te Brussel in lichterlaaie in 1947Op 24 juni 1947 omstreeks 15u00  brak er brand uit in het departementsgebouw van het Ministerie van Openbaar Onderwijs. Bij het uitbreken van de brand, dat zijn oorsprong had in de kelders van het gebouw, waren er 500 ambtenaren aanwezig.

Gevaarlijke reddingen via de brandladderVia het trappenhuis verspreidde de vuurzee zich razendsnel naar de bovenliggende verdiepingen. Daardoor raakten de vluchtwegen verspert en moest men naar het dak vluchten om zich in veiligheid te brengen.

Kort na de oproep waren er 53 manschappen ter plaatse en zou deze getalsterkte oplopen naar 74 man waaronder 4 officieren onder het bevel van majoor Morand.

De reddingen zouden 45 minuten in beslag nemen. Daarbij dienden de brandweerlui enorme inspanningen en ware heldendaden te verrichten.

Talrijke slachtoffers worden geëvacueerdOndertussen waren de drie ambulancewagens volop bezig met het vervoeren van de slachtoffers. Ongeveer 150 mensen werden gered, een dertigtal werden er gewond en er vielen 18 doden te betreuren.

Brandweeropstellingen en vrijwaren van het archief in de LeuvenstraatPas nadat de reddingswerken voltooid waren, kon men uiteindelijk de ladderwagens van respectievelijk 42, 2 x 30 en van 18 meter inzetten voor de blusoperaties samen met de  6 autopompen.

Het hoogtepunt om deze immense vuurzee te overmeesteren lag tussen 16u30 en 17u00. Eventjes werd er gevreesd voor uitbreiding naar de gebouwen van het Staatsblad, maar kon tot stand worden gebracht.

Sinistere taferelen tijdens de bluswerken





















Bronnen:

De Kroniek van België
Le Patriote Illustré van 6 juli 1947
Brandbestrijding in Brussel-Jean-Paul Dockx

Op de hoogte blijven?  Abonneer je op mijn feed.
Noël De Mey

woensdag 13 november 2013

Gents Justitiepaleis tot puin herleid in 1926



Bluswerken langsheen de Ketelvest
Zijgevel van de Ketelvest
In het Staatsblad van 4 augustus 1832 verscheen een wet, dat de oprichting van een Beroepshof te Brussel, te Gent en te Luik voorzag. Destijds bestond er in Gent een Tribunaal van Eerste Aanleg, die zittingen hield in het voormalig Jezuïetenklooster gelegen in de Volderstraat en waar er een meisjesschool gevestigd was.

Brandweer waarlijk machteloos
Brandweer, waarlijk
onmachtig tegen de
immense vuurzee


In het Stadhuis van Gent werden de zittingen gehouden voor zowel het Assisenhof, de Handelsrechtbank en het Vredegerecht. Maar een Justitiepaleis, dat was er toen nog niet. Zelfs het Hof van Beroep kwam nog enkele zalen opeisen in het Stadhuis voor hun zittingen en werkzaamheden.



Desolate beelden van de grote wandelzaal met historisch verlies van schilderijen en beeldhouwwerken
Desolaat beeld van de grote wandelzaal,
die zijn prachtige schilderijen en
beeldhouwwerken vernield zagen zien.
Alleen het portret die Maria Theresia
voorstelde kon worden gevrijwaard.
Daardoor stelde de Eerste Voorzitter  Charles Massez voor, om een eigen Justitiehuis op te richten, op de terreinen waar het klooster en de kerk der Recoletten tot in 1798 was ingeplant en daarna werd gesloopt.

Het voorstel werd in de gemeenteraadszitting van 21 januari 1835 aangenomen. Het bestek werd door de stedelijke bouwmeester Lodewijk Roelandt opgemaakt, die de verzekering gaf, dat de voorziene kosten de som van 820.000 Belgische fr. toen niet zouden overschrijden.

Redden wat er nog kon worden gered
Redden, wat nog te redden viel


Met de bouw van het Justitiepaleis werd in 1836 gestart. Tien jaar waren nodig om het imposant gebouw te af te werken. De plechtige inhuldiging vond plaats op 19 oktober 1846. Amper tien uren waren er nodig om het praalmonument in maart 1926 tot puin te herleiden.


Tien jaar had men nodig om het justitiepaleis te bouwen. Amper tien uur waren er nodig om alles tot puin te herleiden

Brontekst:
Ons Land van 27 maart en 3 april 1926
Noël De Mey

Op de hoogte blijven?  Abonneer je op mijn feed.

Brand krankzinnigengesticht Ieper 1912

Op zaterdagmorgen 3 februari 1912, brak er brand uit in het krankzinnigengesticht van Ieper gelegen langsheen de Lange Torhoutstraat. Van zodra de brand werd opgemerkt aarzelde de bestuurder niet om samen met zijn secretaris en zijn veertig medewerkers aan de redding te beginnen en het in veiligheid brengen van de 340 minder begaafden, die in alle omstandigheden kalm bleven. De wasserij, het onderzoekscentrum, de zieken- en slaapzalen werden volledig verwoest. De schade bedroeg destijds 100.000 oude Belgische frank. Dit zou nu neerkomen op ongeveer 450.000 euro.

Sfeerbeeld tijdens de brand van het Ieperse krankzinnigengesticht in 1912

Bron: 
Ons Volk Ontwaakt 17-02-1912

Op de hoogte blijven?  Abonneer je op mijn feed.

maandag 18 juli 2011

Frans Jacob Stoop (1815-1861)


Stadsbouwmeester Frans Jacob Stoop (1815-1861)
Frans Jacob Stoop (1815-1861)
Frans Jacob Stoop werd te Antwerpen geboren in 1815. Hij was de zoon van Frans Stoop (1776-1857), die een bouwmeester was en professor aan de Academie. Frans studeerde bij meester Delin en werd leerling aan de academie. Hij onderscheidde zich al snel in allerlei prijskampen. In 1843 werd hij ingenieursbouwmeester. Een jaar later in 1844 volgde hij M. Serrure op als professor van bouwkunde aan de Academie.

In 1845 werd hij algemeen inspecteur der stadswerken van Antwerpen. Tien jaar later in 1855 werd hij aangeduid om Bourla op te volgen als stadsbouwmeester. De middelbare school voor meisjes in de Eikenstraat, de overwelving van de Minderbroederrui en het huis van de bestuurder van de Academie, … waren bouwwerken van Frans Stoop.

Maar Stoop stond bekend als een moedige man met een groots plichtsgevoel. Bij de brand van het Koninklijke Stapelhuis in 1857, had hij de heldhaftigheid tot roekeloosheid doorgezet. In 1859, bij een nieuwe brand, was hij andermaal in de weer. Bij de immense verwoestende brand op 2 december 1861, van de Belgische suikerraffinaderij en de Entrepot St.-Felix, vonden twee brandweermannen, acht soldaten en inspecteur Frans Jacob Stoop de dood. Enkele dagen nadien, bij de instorting van een muur van het desolate gebouw, kwamen nog eens 10 arbeiders (een andere bron spreekt van 9) om het leven. Het was voor de stad Antwerpen een brandramp om niet meer te vergeten.

Ter herinnering en verering aan de moedige man werd zijn naam vereeuwigd aan een straat die de Stoopstraat kreeg.

Bron:
Zondagsvriend 17-02-1935
Oud-Antwerpse portrettengalerij van Floris Prims

Noël De Mey
© SABAM

zondag 1 mei 2011

Buitenlandse rampen uit de Gazette van Brugge van 1889

De hieronder weergegeven gebeurtenissen met data, zijn deze van krantverschijning. De rampgebeurtenis kan weken of maanden eerder zijn gebeurd en geven een verkorte weergave weer

Januari

Frankrijk, Tréport - Brand in het kwartier 'Casernes', 4 doden. GvB 9 januari 1889

Spanje, Oviedo - Ontploffing in de Esperanza koolmijn, 27 doden en 12 gewonden. GvB 9 januari 1889

Verenigde Staten, New-Orleans - Mississippi stoomboot 'Paris' vergaan, 7 vermisten. GvB 12 januari 1889

Verenigde Staten, Pittsburg - Een in opbouw zijnde gebouw stortte in wegens een storm. Er vielen 14 doden, 4 ernstig gekwetsten en 6 vermist. GvB 12-16 januari 1889

Verenigde Staten, Reading - Een schilderachtig stadje in West-Pensylvanië wordt door onweder verwoest, 18 doden en 106 gekwetsten. GvB 14-16 januari 1889

Spanje, La Coruna - Een grote stoomboot is vergaan nabij de Lisargar-eilanden, meer dan 100 mensen kwamen om. GvB 14 januari 1889

Singapore, maakt de melding, dat de stoomboot 'Pyah Pekhet', is gezonken, 42 mensen kwamen om. GvB 21 januari 1889

Zweden, Gothland - De stoomboot 'Ginerva', verging met man en muis. GvB 21 januari 1889

Verenigde Staten, Elmswood - Spoorwegongeluk met verscheidene doden. Gvb 23 januari 1889

Italië, Casola Velasquia - Bergverschuiving met minstens 16 doden. Gvb 23 januari 1889

Engeland, ontploffing in de Hydekoolmijn. Meer dan 14 doden. Gvb 23 januari 1889

Engeland, Dover - Aanvaring tussen de 'Denbigshire' en de 'Duke of Buckingham', 2 doden. Gvb 23 januari 1890

Februari

Engeland, Bristol - Ontploffing in de koolmijn van, Dean-Lane, Redminster. Men betreurde 2 doden en 2 gekwetsten. Gvb 6 februari 1889

Nederland, sneeuw gepaard met storm, zorgen ervoor dat het land het zwaar te verduren krijgt, er was sprake van vele doden. GvB 13 februari 1889

Engeland, sneeuwstormen houdt Engeland in zijn greep, er vallen meerdere doden. Op zee zinken er boten met hun bemanning. GvB 13 februari 1889

Nederland, Vlissingen - De Belgische loodsschoener nr.3 verging tijdens een storm. Men vreesde voor het leven van de 7 bemanningsleden. GvB 16 februari 1889

Verenigde Staten, Hatford - De stoomketels in het 'Central hotel', ontploften, waarbij het hele gebouw instortte, 25 doden en 50 gekwetsten. GvB 20-23 februari 1889

Oostenrijk, Illmitz - Tijdens een brand op een bruiloftsfeest werden 8 mensen onder het puin bedolven. GvB 20 februari 1889

Maart

Verenigde Staten, Pensylvanië - In een fabriek te Plymouth deed zich een zware ontploffing voor, waarbij er 4 personen werden vermist. GvB 2 maart 1889

Canada, Saint George - Bij een spoorwegramp vielen er meer dan 10 doden en tientallen gekwetsten.GvB 2-6 maart 1889

Engeland, Grimsby - Acht vissersboten vergingen tijdens zeestormen, van de gezamelijke 53 opvarenden bleef men in het ongewisse. GvB 6 maart 1889

Frankrijk, het driemastschip 'Le-Port-du-Bouc, die 2.700 vaten petroleum aan boord had, vatte vuur. Er vielen 2 doden en 7 bleven vermist. GvB 11 maart 1889

Engeland, Chattram - Tijdens werkzaamheden gedaan door galeiboeven, deed er zich een grondverzakking voor, waarbij er 7 bedolven werden. GvB 13 maart 1889

Frankrijk, Paimpol - Het schip 'Agile', kwam in aanvaring met de kliffen. Van de 22 bemanningsleden kwamen er 8 om het leven. GvB 13 maart 1889

Rusland, een trein van de transkaspische spoorweg ontspoorde in een ondertunneling. Er was sprake van 50 doden. GvB 18 maart 1889

Engeland, Wrexham - In de Brynallykoolmijn op twee mijl van Wrexham deed er zich een ontploffing voor, waarbij 20 doden te betreuren vielen. GvB 18 maart 1889

Verenigde Staten, Kansas-City - In de stedelijke stallen van de reinigingsdienst brak er brand uit. Er vielen 12 doden. GvB 20 maart 1889

Frankrijk, in het departement van Gard, gebeurde er een ontploffing van grauwvuur in de koolmijn van Portes. Er werden 14 mijnwerkers gedood en 6 werden gekwetst. GvB 20 maart 1889

Frankrijk, in de koolmijn van Bernazede werden 15 werklieden gedood en vielen er 15 gewonden door een ontploffing. GvB 20 maart 1889

Frankrijk, Duinkerke - Twee Belgische postboten de 'Princesse Henriette' en de 'Comtesse de Flandre' kwamen in aanvaring, er vielen 15 doden te betreuren. GvB 30 maart, 1 en 3 april 1889

April

Argentinië, op de spoorlijn van Buenos Aires naar Rosario ontspoorde er een trein en brak er brand uit. Men telde 12 doden en 40 gekwetsten. GvB 1 april 1889

Mexico, Guadalajaro - Op het Chapala-meer zonk een stoomboot. Men telde meer dan 20 doden. GvB 1 april 1889

Africa, de stoomboot 'Natal', die Calcutta verlaten had en die naar Natal vaarde, verging naar alle waarschijnlijkheid. Men betreurde 30 doden. GvB 1 april 1889

Rusland (Polen), Linsk - Deze stad werd nagenoeg volledig verwoest door opzettelijke brandstichting. Er vielen 84 slachtoffers. GvB 1 april 1889

Duitsland, Rönsahl - Daar werd een dynamietfabriek door brand verwoest. Er vielen 6 doden en 2 gekwetsten. GvB 1 april 1889

Engeland, Plymouth - De stoomboot 'Sumatra', een schip van 2408 ton verging in volle zee, nadat er brand was uitgebroken. Er viel 1 dode te betreuren en 35 gewonden. GvB 1 april 1889

Engeland, Schotland, Australië en America werden door zeestormen geteisterd. Talrijke boten vergingen waaronder: 15 Engelse en 13 vreemde. Boot de 'Conserva' telde 40 doden. GvB 1 april 1889

Australië, Samoa - Duitse en Amerikaanse oorlogschepen: 'Adler, Olga, Eber, Trenton, Vandalia en Nipsie' vaarden te pletter op de kliffen. Men betreurde 143 doden. GvB 1-3-17 april 1889

Duitsland, Erin - Vond er een grauwvuur ontploffing plaats te Castrop waardoor er 25 personen verongelukten. GvB 15 april 1889

Oostenrijk, Mährisch-Ostrau - In de Rotchilds koolmijn Tiefblau kwamen bij een ontploffing 5 mijnwerkers om het leven, 5 andere vermist en 2 ernstig verwond. Gvb 22 april 1889

Verenigde Staten, New-York - De grote reuzel en spekfabrieken van Wilcox in de 59th street werden door brand verwoest. Twee werklieden sprongen zich te pletter. GvB 24 april 1889

Argentinië, Rosario - Op de spoorlijn tussen Baucalari en San Martin gebeurde een een ernstig soorwegongeluk waarbij 50 doden en 72 gekwetsten vielen. GvB 24 april 1889

Mei

Verenigde Staten, Michigan - Bij een tramongeluk vielen er 6 doden te betreuren. GvB 15 mei 1889

Verenigde Staten, Pensylvanië - Bij een mijnongeluk te Midleport vielen er 10 doden. Dit gebeurde tijdens het naar boven komen in de schacht. GvB 15 mei 1889

Verenigde Staten, Oregon - Het stoomschip' Alaska' zonk aan kaap Blanco. De kapitein en 12 man werden gered, 5 verdronken er en voor 36 andere werd voor hun leven gevreesd. GvB 20 mei 1889

Canada, Saint George - Een geweldige brand vernielde in deze voorstad van Quebec, 700 huizen. GvB 20 mei 1889

Vermoedelijk in Mexico - De 'Seafox' geladen met buskruit kwam ter ontploffing te Quime(n)ra. De kapitein en 5 matrozen werden gedood en 6 werden gekwetst. GvB 20 mei 1889

Canada, Montreal - Nabij de kaap Trembles, kwam de stoomboot ' Cynthia' in aanvaring met de ' Polynesian'. Er vielen 8 doden te betreuren. GvB 27 mei 1889

Juni

Noord-Amerika, Johnstown - Men maakt melding dat er daar 1.500 mensen zijn omgekomen door overstromingen. Volledige steden staan er onder water. GvB 3-12 juni 1889

Verenigde Staten, Conemaugh vallei - Overvloedige regenval zorgen, dat dijkbreuken ontstaan in voornoemde vallei. Acht steden worden weggeveegd, met 20.000 doden. GvB 5 juni 1889

Rusland, Wilejka - Een onbekende oorzaak zorgde ervoor, dat er in de trein van Warchau naar Petersburg brand uitbrak. Er vielen 3 doden te betreuren. GvB 10 juni 1889

Duitsland, Reichenbach - Onweders zorgden voor heel wat schade. Een fabriek brandde volledig uit en er vielen 8 doden te betreuren tijdens overstromingen. GvB 10 juni 1889

Verenigde Staten, Seattle - De grootste stad in de staat Washington met zijn meer dan 10.000 inwoners werd volledig door brand verwoest. Er vielen meerdere doden. GvB 12 juni 1889

Ierland, Armagh - Bij een spoorwegramp met twee treinen waarin gezamenlijk 1.200 kinderen zaten vielen er 72 doden en meer dan 150 gewonden. GvB 17 juni 1889

Juli

Duitsland, Rörhrmoos - De sneltrein van München-Treuchtlingen en omgekeerd kwamen in botsing. Men telde 10 doden en 11 gekwetsten. GvB 10 juli 1889

Frankrijk, Saint-Etienne - In de mijn van'Verplilleux', vielen er 156 doden, in de mijn St.-Louis 49, in Jabin 7 en in de mijn 'Mars', 1 dode. Dit gaf 213 doden aan. GvB 13 juli 1889

Engeland, Plumgarths - In de kalkovens van R.L. Robinson, kwamen 4 arbeiders door verstikking om het leven. GvB 22 juli 1889

Hongarije, Paks - In deze stad brak er een hevige brand uit, die 400 huizen, de kerk en de kazerne in de as legde. Heel wat kinderen kwamen om het leven. GvB 27 juli 1889

Hongarije, Zuid-Hongarije - Daar hielden hevige stormen enorme ravage aan, waarbij 5 landbouwers werden gedood en heel wat mensen in de Donau verdronken. GvB 31 juli 1889

Augustus

Frankrijk, Dures - Een trein die van Caen naar Trouville reed, ontspoorde waarbij de treinoverste en de vrouw van de bareelwachter omkwamen. GvB 12 augustus 1889

Engeland, Spitalsfields - Een grote winkelbrand van Pigott en Co in de Boothstreet stond in lichterlaaie. Een agent kon 6 kinderen redden. Men vreesde het ergste voor de vermiste personen. GvB 14 augustus 1889

September

Japan, Kumameto - Een aardbeving vond vorige maand plaats waarbij 930 huizen werden verwoest en men telde 41 doden. GvB 4 september 1889

Duitsland, Munster - Een stoommolen van Hölscher kwam tot ontploffing. De molenaar werd gedood. In een straal van 200 m. werden alle huizen beschadigd. GvB 9 september 1889

Engeland, Penicuik - In de 'Maurice Wood Pit' mijn woedde een brand, waarin zich 60 mijnwerkers bevonden. Ogenblikkelijk werd 4 doden naar boven gehaald, later nog eens 36 lijken. GvB 11 sept en 9 okt 1889

Engeland, Wandsworth - In de Dormay's-Warf, Bell-Lane van Burrougs and Welcome brak brand uit. Brandweerman Jacobs kwom om in de brand. GvB 16 september 1889

Verenigde Staten, de oostkust wordt door hevige stormen geteisterd, waardoor 37 mensen n.a.v. schipbreuken het leven lieten. GvB 18 september 1889

Engeland, Warwickshire - In de Alexandraput van de Wijkers koolmijn, ontspoorden enkele wagons door een menselijke fout. Er vielen 3 doden te betreuren. GvB 21 september 1889

Canada, Quebec - Een rotsblok van de Dufferin-vlakte kwam los en verpletterde heel wat huizen. Er werden 30 lijken en 20 gewonden vanonder het puin gehaald. Men bleef zoeken naar 36 vermisten. GvB 23-25 september 1889

Italië, Napels - Een wolkbreuk zette de omgeving van Napels volledig blank. Er was instortingsgevaar voor 150 huizen, waarvan er 37 huizen onder water stonden. GvB 30 september 1889

Italië, Porta - Een dak van een nieuwgebouwde woning stortte in. Er werkten 60 arbeiders waarvan er 6 de dood vonden en 14 ernstig werden gewond. GvB 30 september 1889

Oktober

China, Sanghai - Tijdens een proefvaart met stoomjacht, ontplofte de ketel, waarbij er 11 doden vielen en 12 personen vermist. GvB 7 oktober 1889

Italië, Napels - Het paleis van San Severo uit de 16e eeuw stortte op een gegeven moment in. Als bij wonder bleven de bewoners ongedeerd. GvB 7 oktober 1889

Verenigde Staten, New-Orleans - De imposante Missisipi-stoomboot 'Corona' ontplofte tijdens het voorbijvaren van de 'St.-Louis'. Er was sprake van 40 doden. GvB 9 oktober 1889

Sardinië, een storm teisterde het eiland. Te Quarto werden 200 huizen vernield, te Quartucci 50 en te Pizzi 10. Er vielen meer dan 10 doden. GvB 9 oktober 1889

Duitsland, Stuttgart - Bij een spoorwegongeluk te Vailhingen vielen er verschillende doden en gekwetsten. GvB 14 oktober 1889

Engeland, Staffordshire - In de 'Mossfield-koolmijn', Adderly Green, Longton gekend als de 'Big Sal Pit' gebeurde er een ontploffing. Gevolg 70 doden. GvB 21 oktober 1889

November

Engeland, Calcutta - Het schip de 'Polar' eigendom van Brocklebank, die op 5 juli met 32 man aan boord de Kaap voorbij was gevaren bleek spoorloos. GvB 4 november 1889

Engeland, Glasgow - In de tapijtenfabriek van James Templeton and A, stortte het gebouw in. Van de 140 meisjes die er werkten overleden er 29. GvB 6 november 1889

Engeland, Liverpool kreeg het bericht binnen, dat de ''Arethusa' uit 1869 met bestemming Valparaise geheel is vergaan met 13 matrozen aan boord. GvB 6 november 1889

Duitsland, Recklinhausen - Bij een mijninstorting zaten 250 kompels ingesloten. GvB 25 november 1889

Turkije, Constantinopel kreeg het bericht binnen, dat de stoomboot 'India' met 500 pelgrims aan boord in de Egeïse zee was gezonken. De kapitein en 2 reizigers konden worden gered. GvB 30 november 1889

December

Verenigde Staten, Idaho - Vanuit Blackfoot meldde men, dat een zwakzinnigeninstelling door brand werd getroffen, waarbij 8 mensen omkwamen. GvB 2 december 1889

Frankrijk, trein nr. 15 die van Parijs naar Brussel reed, kwam in botsing met een goederentrein die vanuit de andere richting kwam. Er vielen 12 slachtoffers. GvB 18 december 1889

Ierland, Holyhead - Een schip de 'Tenby Castle' zonk met 14 matrozen aan boord. Men kon 3 matrozen redden. GvB 21 december 1889

Frankrijk - Het Nederlands stoomschip 'Prins Willem I' kwam in aanvaring met een onbekend zeilschip en zonk. Er werden 13 schipbreukelingen vermist. GvB 26 december 1889

Rusland - In het grote artilleriemagazijn van Bakoe ontplofte er een bom, waardoor brand ontstond met vlamoverslag, gevolgd door meerder ontploffingen. 4 doden. GvB 26 december 1889

Verenigde Staten - Bij een mijninstorting in San Andreas werden 16 mijnwerkers onder het puin begraven. GvB zaterdag 26 december 1889

Bron:
GvB=Gazette van Brugge

Op de hoogte blijven?  Abonneer je op mijn feed.
Noël De Mey
© SABAM













zaterdag 2 april 2011

Schouwburgbranden in 1883


23 januari, te Riga, het Schrickentheater;
8 februari in Canada te Toronto;
18 februari, te Arod;
4 april, te Berlijn, het Nationaaltheater;
In april, te Mantua;
9 juni, te Manchester, Gaeitytheater of Varieties;
11 juni, te Warchau;
25 juni, in Italië, te Dervio in de provincie Como;
In augustus, in Japan te Katamotoura-Canada;
9 augustus in de Kaukasië te Jekaterinodor;
13 augustus, te Tours;
In november te Darlington;
28 november, te New-York, het Windsor theater;
14 december, te New-York, het Standard theater.

Mogen verder niet onvermeld blijven:

Cuba, te Havana, de instorting van de schouwburg in februari, waarbij 150 doden te betreuren vielen;

In Engeland, te Sunderland, waar de kindervoorstelling in de Victoria Hall plaatsvond en er 186 kinderen het leven lieten.


Gazette van Brugge, zaterdag 5 januari 1884
Noël De Mey
© Sabam

Op de hoogte blijven?  Abonneer je op mijn feed.

zondag 1 februari 2009

Brussels Natiepaleis verwoest in 1883


Laatste update: 27-10-2013


Geweldige brand in 1883 herleid het Brusselse Natiepaleis tot puin

Foto: (Londen Illustrated 15 december 1883)

Brand Brussels natiepaleis 1883 (foto Londen Illustrated 15-12-1883)Op donderdag 29 november 1883, brak brand uit aan het plafond in het Natiepaleis te Brussel. Het plafond werd door 'Sun-Burners' verlichting voorzien. Men wist dat de gastoestellen een grote hitte verspreiden. Zo heeft het vuur de kans gehad zich sneller te doen verspreiden.

Uit het officieel onderzoek zou later blijken dat de brand van de Kamer moest worden toegeschreven aan een barst die ontstaan was van een gasbuis aan de sun-burners. Die buis, was gebarsten ten gevolge van de koude en waarbij een aanzienlijke hoeveelheid gas, ontsnapte. De zitting in de Kamer werd daardoor onderbroken. Ondanks de vlugge hulp dat toekwam, verspreidde brand zich met een verschrikkelijke snelheid. Ziehier, het verhaal dat zo nauwkeurig mogelijk zal worden weergegeven:

Joseph Jules Descamps 1820-1892
Joseph Jules Descamps
1820-1892
 'Het was 17u20 toen dhr. Tournay aan het woord was voor een ondervraging er een kreet geslaakt werd van op de tribune van de dagbladschrijvers: Vuur! Weergalmde. De voorzitter van de Kamer, meende dat het een spotternij was en beval de onderbreker om te zwijgen, maar kort daarop brak en dikke rook los in de tribune.
Voorzichtigheidshalve werd de zitting geschorst door Joseph Jules Descamps (1820-1892). Niemand van de afgevaardigden geloofde op dat moment aan een brand.

Na enige stonden moest men er echter wel aan geloven, want men zag de vlammen door de kroon, die boven het plafond staat, opstijgen. De pompiers werden spoedig gewaarschuwd en kwamen op korte ogenblikken daarna toe, maar hadden alle moeite, om in het doolhof met de algemene wanorde die er heerste, de weg te vinden, naar de kroon waaruit de vlammen kwamen. Als men de kroon eindelijk gevonden had, die een kolossale lantaarn boven het gebouw vormt, werden hun lansen in gereedheid gebracht. Tot overmaat van ramp kreeg men geen water door de lansen, omwille van te weinig druk, ten gevolge van de hoogte van de plaats boven de watertoren van Elsene.

Men kon zien hoe het vuur ontstaan was. Het gas van de ventilator heeft de zoldering in brand gestoken, die in lichterlaaie stond. Van tijd tot tijd stijgt een grote vlam boven het plafond uit en gaat de sun-burners likken. Om 18u00 stond langs de kant van het Park, geheel het gebouw achter de voorgevel in brand en het Ministerie van Buitenlandse Zaken vatte vuur. De vlammen stegen meer dan 20 meter boven het Natiepaleis op. Van het benedendeel van de stad was het schouwspel oprecht aangrijpend. De bedienden verhuisden de schilderijen, bronzen en kostbare voorwerpen naar de lokalen van de Kunstkring. Ondertussen kwam er nog steeds brandhulp toe, maar de opstelling liet de wensen over.

De stoombrandspuit van Brussel die vanaf het begin van de brand gevraagd werd, arriveerde pas om 18u00. Enige ogenblikken nadien, kwam deze van Anderlecht-Kuregem aan, die pas om 17u30 gevraagd werd. Die twee machtige pompen, putten hun water uit het meer van het Park en spuiten het op de daken van de Kamer, de Senaat en de naburige Ministeries. Indien de eerste spuit op tijd was geweest, had men alles kunnen redden. Nu was het te laat voor de Kamer! Al wat men nog, was het vuur omschrijven en het Ministerie van Buitenlandse zaken redden, waar de meubelen en archieven reeds verwijderd waren.

Om 18u15 valt de zoldering van het lokaal de Kamer naar beneden en is de bibliotheek verloren! Al de troepen zijn opgeroepen, alsook de pompiers van Brussel en omliggende gemeenten. De volksmassa is onafzienbaar. Een kwartier later, is de brand een onmetelijke vuurzee en breidt zich uit langs de kant van de Senaat. Nog om 18u30 slaagt men erin om het vuur een halt toe te roepen. Het Senaatsgebouw bleek gered te zijn.

Om 19u00, hoorde men steeds verschrikkelijke slagen, gevolgd door het opstijgen van enorme hoge rookkolommen. Het zijn de gloeiende balken die op de grond neerploffen, de vlammen doen uiteenspatten en het vuur op die manier aanwakkeren. Een uur later was de vuurgloed nog altijd even verschrikkelijk, maar raakt omsloten in de Kamer van Volksvertegenwoordigers en breidt niet meer uit. Op dat ogenblik spreekt men over ongelukken die gebeurd zijn. Pompiers zouden in het Ministerie van Buitenlandse Zaken binnengedrongen zijn, om de brand van langs daar te benaderen, maar zouden meegesleurd zijn in de stroom van gloed, vuur en puin. Een rilling gaat door de menigte.

Het wordt 21u00, wanneer men de ijselijke tijding van de verscheidene doden in twijfel wordt getrokken. Het vuur neemt zichtbaar af, maar kan nog verder smeulen. De pompiers zullen er de nacht moeten doorbrengen. De inlichtingen komen binnen over de persoonlijke ongevallen. Luitenant Bicheroux der pompiers, werd aan de hand gekwetst, bij het inslaan van een ruit, om de bediende die instaat voor de gasregeling, de genaamde Daekers te redden. Hij was de gaskraan gaan dichtdraaien en werd verrast door twee neervallende balken, waaronder hij schier verpletterd werd. Men heeft hem er uit kunnen halen. Men had gezegd dat hij dood was, dit was onjuist!



Eugène Goblet d'Alviella 1849-1925
Eugène Goblet d'Alviella (1849-1925)
Eugène Goblet d'Alviella (1846-1925) heeft groot gevaar gelopen door terug naar binnen te gaan, om een geschreven diskoers terug te halen. Op het ogenblik dat hij de zaal binnen wou gaan naar zijn lessenaar waar de geschreven stukken oplagen, stortte het plafond in. Bijzondere onderscheidingen waren voor heren Castan en Reding, die onder hun leiding de portretten der Kamervoorzitters en het oorspronkelijke handschrift der Grondwet van 1831 hebben kunnen redden.

Een pompier verbrand omstreeks 23u30 zijn rechterkant van zijn gezicht en rechterhand. Het gerucht doet zijn ronde dat er een soldaat die meegeholpen heeft bij het redden van de schilderijen, onder het puin bedolven ligt. Niet een boek van de bibliotheek is kunnen gered worden. De medailles echter werden in verzekerde bewaring gebracht. Rond middernacht ziet men nog van langs de kant der Oranjestraat, de vensters en luiken branden, maar dit vuur mag als uitgedoofd beschouwd worden'.

Wat er eigenlijk nog door de brand werd gespaard in het gebouw van de Kamer was: het kabinet van de oppergriffier, het bureel van de rentmeester en de kas. De voorgevel van het Paleis der Natie had bijna niets geleden, alleen de vensters waren vernield.

Meer bijzonderheden

Men kreeg meer zicht op wat was gebeurd en constateert dat het vuur reeds om 14u30 tot ontwikkeling moet zijn gekomen, wat uitlegt hoe de brand zulke snelle uitbreiding heeft genomen.Het was reeds een half uur aan het branden in de zoldering vooraleer men het in de Kamer van Volksvertegenwoordigers gewaar werd.

Een mecanicien in dienst, was voortdurend bezig boven de vergaderzaal met planken los te rukken en weg te werpen.Hij probeerde toen al de brand te blussen. Al de schilderijen van waarde werden uit hun kaders gesneden en konden op die manier worden gered. Ook een groot deel van de archieven en de bijzonderlijk archieven der consulaten en van de handel werden in veiligheid gebracht.

De stoomspuit van Antwerpen stond vertrekkensklaar, maar werd uiteindelijk niet meer ter plaatse gevraagd.

De leden van de Kamer der Volksvertegenwoordigers moesten voorlopig zetelen in het lokaal van de Senaat.

In de gangen waren een grote hoeveelheid kleine spuiten en waterpompen naar boven toe ongebruikt gebleven.

De ijkmaten van de meter en het kilogram, die krachtens de wet, neergelegd waren op de griffie van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, werden na de brand van het Paleis der Natie, onbeschadigd teruggevonden.

Aan de voet van het standbeeld van koning Leopold I, in de zittingszaal, werd de pince-nez ( bril zonder monteur, knijpbril) teruggevonden van Kamervoorzitter Descamps. De voorzitter scheen zeer gelukkig te zijn met deze vondst. Alleen zijn glazen waren gebarsten.

Voegen we eraan toe dat het gebouw en zijn inboedel niet verzekerd was. Het gouvernement is zijn eigen verzekeraar. Het verlies valt dus op het land.

Wat de houding van het publiek betrof, het juichte het grootse schouwspel toe!
Het onderzoek nopens de brand in de Kamer, zou op niets uitdraaien. Was Waher op zijn post geweest, zou het onheil misschien niet plaats gegrepen hebben. Men kon er nog mee spotten en zeggen: 'Washer was er niet en wasser (water) was er ook niet. Maar vuur genoeg'!

De Kamer kwam voor acht dagen niet bijeen en zou dan naar alle waarschijnlijkheid zijn zittingen houden in het Hertogelijk Paleis.



Hendrik Beyaert 1823-1894
Hendrik Beyaert afgebeeld op een oud
Belgisch bankbiljet van 100 Frank
Bouwmeester Hendrik Beyaert (1823-1894) uit Brussel, werd door het Ministerie gelast met het opmaken der plannen voor de herbouwing van de Kamer. Vervolgens schreef men dat het Paleis der Natie volgens de oude plannen zou herbouwd worden, maar dat de zittingszaal een weinig vergroot zou worden.De gerechtelijke politiediensten van Brussel hoofdstad, heeft toen heel wat personen doen aanhouden, die van de gelegenheid gebruik hadden gemaakt, om in de puinhoop, waardevolle voorwerpen gestolen te hebben.

Het paleis der Natie werd gebouwd door de Raad van Brabant in 1779 tot 1783, volgens de plannen van Guimard. Het half verheven beeldwerk was van tympaan ( driehoekig bovenstuk van de voor-en achtergevel, beneden afgesloten door het horizontale balkwerk, dat op de zuilen rust, terwijl de openstaande zijden gevormd worden door de randen van het dak ) gemaakt door Godecharle. Het peristiel (zuilengang die een ruimte rondom afsluit) is van Dorische (Dorische zuil, zonder voetstuk met een eenvoudig kapiteel ) bouwtrant en bevat verschillende beelden. De trappen in rood marmer van Beaumont. Op de eerste verdieping bevonden zich de historische schilderijen.

Bibliotheek

Iedereen die de inwendige installering gezien heeft, was akkoord om te zeggen dat de bibliotheek had kunnen gered worden, indien de hulp op tijd gekomen was. Ook was de bibliotheek van de Kamer niet rijk in kostbare geschriften, noch in zeldzame boeken. De bibliotheek van de Kamer was vooral belangrijk ten opzichte van de Belgische en vreemde parlementaire documenten. Wat vooral de grote waarde ervan uitmaakte, was haar verzameling werken en tijdschriften over de studie der rechtsleer, geschiedenis, staatshuishoudkunde en vreemde wetgevingen. Deze verzameling was zo volledig en verscheiden, dat geen enkele bibliotheek van Europa iets dergelijks bezat.

Deze verzamelingen kunnen echter terug worden samengesteld met de tijd en....veel geld. Doch volgens een bevoegde persoon, zal tijd er meer nodig zijn dan het geld, want er zal niet minder dan tien jaar nodig zijn om deze ramp volledig te kunnen herstellen. De bibliotheek van de Kamer bevatte in totaal 125.000 boekdelen. Een verzameling die onmogelijk kon worden vervangen, was deze van al de dagbladen, verschenen tijdens de eerste Franse Revolutie.

Men denkt van de vreemde gouvernementen nieuwe verzamelingen te krijgen van de besprekingen en documenten der buitenlandse Kamers. Van het Engels gouvernement had men reeds de verzekering gegeven een gehele verzameling toe te sturen, die meer dan 4.000 boekdelen in folio telt van de States-papers. Deze 4.000 boekdelen bestonden in de afgebrande bibliotheek. Ook het Frans gouvernement die door deze brandramp ingenomen was, heeft aan ons gouvernement toen, al verschillende documenten aangeboden over de inrichtingen der verschillende Europese parlementen. Geschat werd dat voor de herinrichting van de bibliotheek van het Natiepaleis, 300.000 fr. zal nodig zijn.

De Grondwet


Koning Leopold I (1790-1868)
Koning Leopold I (1970-1868)
Eerste koning der Belgen
De Grondwet is waarlijk verbrand; het was een handschrift op perkament. Men heeft enkel het prachtige boek kunnen redden, waarin de stemmingen aangetekend zijn, met hun beweegredenen en de handtekeningen der leden van het congres voor de verkiezing van Leopold I van Saksen-Coburg (1790-1868), tot koning der Belgen.

Van de vier vrijheden, in de voorzaal der Kamer, waren er drie verminkt. De vrijheid van onderwijs had zijn rechterarm verloren; de vrijheid van erediensten, verloor twee armen; aan de vrijheid van vereniging, ontbraken er vier vingers. De vrijheid van drukpers, was enkel zwart geworden. Welnu, schreef men: 'die wezenlijke vrijheden in België, zien er niet beter uit dan die beelden'!


Kunststukken verbrand

Beeldhouwer François Rude 1784-1855
François Rude 1784-1855
Men zegt dat er geen enkel belangrijk kunstwerk door de brand van het Paleis der Natie vernield was, omdat de portretten der voorzitters en enige andere doeken, die slechts van middelmatige waarde waren, gered zijn geweest. Een serie prachtige beeldhouwwerken die men vergat te bewonderen, omdat men gewoon was ze te zien, is totaal verloren gegaan.



Koning Willem I (1772-1843)
Willem I, 1772-1843
Het waren vooral werken van de Franse beeldhouwer François Rude (1784-1855), die vernield zijn. Beeldhouwer Rude, was de vervaardiger van de prachtige marmeren schouw van de leeszaal en van het borstbeeld van koning Willem I (1772-1843). Al wat deze beeldbouwkundige in België vervaardigd had, is verdwenen.


Ministerraad

Op vrijdag 7 december 1883, om 14u00 heeft dan een ministerraad plaatsgehad, dat door de voorzitter van de Kamer werd bijgewoond. Daar werden toen volgende beslissingen genomen: "De Kamer der Volksvertegenwoordigers kwam op dinsdag 11 december 1883, bijeen in de zittingszaal van de Senaat, om zo spoedig mogelijk het onderzoek van het budget te beginnen. Stoelen moesten worden bijgeplaatst, daar er in de Senaat maar plaats was voor 69 zetels en er 138 Volksvertegenwoordigers waren".
Ondertussen zou men in het Paleis van Schone Kunsten een herinrichting doen, om de zittingen daar te kunnen houden. Eventjes werd gedacht aan het Paleis van de academie, doch deze zaal was te klein en men kon er geen tribune inrichten.


Charles Roegier 1800-1885, patriot van 1830
Om 16u15 bezocht Charles Rogier (1800-1885), met zijn dienstknecht het puin, maar werd er op gewezen dat dit een gevaarlijke onderneming was. 'Laat mij maar, ik wil mij rekening geven van de ramp': antwoordde hij. Wanneer hij de plaats verliet, wendde hij zich tot de personen die hem omringden en zei: ''t Is afgrijselijk, mijn Heren, arme Kamer'!

Ook gewezen Kamervoorzitter Jules Louis Guillery (1824-1902), kwam de donderdagavond omstreeks 19u00, tijdens de brand, naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij kon het niet maken dat alles zo op een eerloze manier werd vernietigd. Dat er een gebrek was aan water, was voor hem geen reden, om alles te laten verbranden.

Ze moesten maar zorgen dat er water was. Justitieminister Jules Bara (1835-1900), die naar de plaats wilde gaan van de ramp, werd door een reusachtige gendarm tegengehouden en zei:'on ne passe pas'. Wanneer hij de gendarme erop wees dat hij de Minister van Justitie was, liet men hem door. Het gebeurde ook niet alle dagen, dat de Minister van Justitie werd tegengehouden door een gendarme.

Tegenstrijdige berichten

De tegenstrijdige geruchten worden voortdurend in omloop gebracht over het aantal slachtoffers van de brand. Ziehier, wat men vernomen had: " Karel Vandenhoge, pompier, werd naar het hospitaal gebracht tijdens de nablussingswerken. Hij lag op de openbare weg, nabij het Paleis. Niettegenstaande zijn verwondingen aan het hoofd, rechtervoet en de handen, kon hij zich nog voortslepen tot aan de Leuvensestraat.

Pompiers: Prosper Feny, Prosper Mansy en Pieter Meys, werden eveneens ter verzorging opgenomen. Alle vier de pompiers liepen erge brandwonden op door het neervallen van het puin.

Verder nog volgende pompiers: L. Pranqui, Michel Margots, G. Rabin en H. Desmet werd naar het St.-Pietersgasthuis gebracht. De toestand van pompier Rabin was zorgwekkend. Voor de andere pompiers was hun toestand bevredigend.

Vervolgens lagen er tien pompiers te bed in hun kazerne der Blaestraat, omwille van de kneuzingen en hoge koorts, maar buiten dit was er voor geen gevaar.

Slechts één soldaat werd naar het militaire hospitaal overgebracht. Het Was de telegrafist Delcuve, die verstikkingsverschijnselen had. Hij was de dag nadien hersteld en zou het hospitaal spoedig kunnen verlaten. Latere berichten spraken dan weer over een veldtelegrafist Désiré Deleure, die in bezwijming was gevallen, nadat hij van een ladder gevallen was. Wanneer hij terug bij bewust gekomen was, kon hij zich niets meer herinneren, wat er tijdens de brand had voorgedaan.

Op zondag 9 december 1883, werd de verdwijning besproken van de bediende Jan Baptist Mat, die werkzaam was bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken en normaal woonachtig was bij zijn zuster in de Boendaalschensteenweg nr. 227. De man werd teruggevonden.

Begrafenisplechtigheid van de sergeant-fourrier Raguet

Onder het puin op de plaats van de middenpoort van het Paleis, werd het lijk ontdekt die afgrijselijk verminkt was van de 23-jarige sergeant-fourrier der grenadiers Raguet. Geheel het regiment der grenadiers met het muziek aan het hoofd, heeft aan de begrafenisplechtigheid deelgenomen. Nooit zag men zoveel volk bijeen. Alle klassen der samenleving, bewezen een passende hulde ter nagedachtenis van de overleden foerier.

In het ziekenhuis was alles zeer eenvoudig opgesteld. Vier kaarsen omringden de kist en bad de aalmoezenier in zijn koorkleed. Toen de kist werd opgenomen, sprak kolonel baron van Rode, omringd door zijn officieren, een korte maar treffende lijkrede uit. Ook vijf onderofficieren brachten hun woord van vaarwel aan hun overleden kameraad. Vele personen konden hun tranen niet bedwingen en lieten ze de vrije loop.

De dienst had plaats in de Miniemenkerk en werd gezongen door de pastoor der parochie. In de dienst zag men volgende hooggeplaatste heren: Walthère Frère -Orban (1812-1896), Jules Bara (1835-1900), Pierre Van Humbeeck (1829-1890), Guillaume Gratry (1822-1885), Gustave Rolin (1835-1902) , Joseph Descamps (1820-1892), Auguste Pierre Couvreur (1827-1894), Gustave Washer (1835-1912), Alphonse Nothomb (1817-1898), Théophile de Lantsheere (1833-1918), de Saedeleer (1852-1924), Henri Bockstael (1833-1898), Victor Arnould (1838-1894), Goblet d'Alviella (1849-1925), Dewinter (?), Gustave Jottrand (1830-1906), burgemeester Karel Buls (1837-1914) ( met zijn gemeentebestuur, gouverneur Theodore Heyvaert (1834-1907) en officieren van alle rangen.

Na de dienst werd het lijk naar Evere overgebracht, onder begeleiding van het muziek der grenadiers, die de dodenmarsen speelden. Aan de lijkwagen hingen er wel twintig rouwkransen. Zijn vader en broers van de overledene vergezelden de stoet en weenden smartelijk. Het publiek dat zeer aangedaan was, groetten op emotionele wijze zeer eerbiedig toen men de trouwe dienaar naar zijn laatste rustplaats bracht.

Begrafenisplechtigheid van gaswerker Michiel Daekers

Joannes Daekers, de stadgaswerker, werd gekwetst op de plaats onder de zuilengalerij. Toen men hem gevonden had, werd hij naar het St.-Jans-gasthuis overgebracht, waar hij op 7 december 1883, na een lange en pijnlijke doodstrijd tegen de brandwonden, daags na de verschrikkelijke brandramp overleed. Zijn lichaam was wanneer men hem gevonden had, niets anders meer dan een vormeloze klomp vlees. Hij werd geboren in 1845 te St.-Joost-ten-Noode, liet een weduwe en drie kinderen achter.

Zijn begrafenisplechtigheid was prachtig, door de toeloop van de overheden die zij bijwoonden, treffend en indrukwekkend door het overgrote aantal aanwezigen, dat de stoffelijke overblijfselen van de ongelukkige gaswerker kwamen groeten en hem tot aan zijn laatste rustplaats vergezelden. Er was geen enkele aanwezige, dat zich niet aangedaan voelde van ontroering, wanneer het lijk werd voorbijgedragen. De dienst heeft plaatsgehad op zondag 9 december 1883.

De gezellen van Daekers met aan het hoofd ingenieur Wybo, waren bijeengekomen in een herberg op de Koolmarkt, om zich dan naar de stoet te begeven. Daar bevonden zich vóór het ziekenhuis, een ontelbare menigte, waaronder: het korps sappeurspompiers van Brussel met hun muziek, een detachement pompiers van Cureghem, St.-Gilles en deze van St.-Jans-Molenbeek. Op de binnenplaats van het ziekenhuis hadden de gaswerkers zich in een lange rij naast elkaar geplaatst, rechtover de kapel waar zich de lijkbaar bevond en waar de overheden plaats hadden genomen. Op de katafalk, verlicht door vier grote kaarsen, was e lijkbaar geplaatst, die letterlijk bedolven lag onder de veelvuldige rouwkransen van zowel de Kamer en Senaat, het gemeentebestuur van Brussel, van de verschillende pompierkorpsen, van vrienden en de gezellen van de overledene, .......

De deurwaarders van de Kamer en Senaat en enkele gaswerkers droegen de lijkkist tot aan de kerk van St.-Joost-ten-Noode. De econoom der Kamer, dhr. Bruyninckx begeleidde de overheden binnen. Men kon niet geloven hoeveel overheden er aanwezig waren. Er waren er meer te zien dan op sommige lijkdiensten van grote mannen. Er waren drie ministers aanwezig: Jules Bara, Gustave Rolin en Pierre Van Humbeeck. Langs Senatorszijde waren deze: quaestor, Devadder; Pigeolot; Piron; Vanderton, de Haussy en griffier Warnant. Voor de Kamer waren volgende volksvertegenwoordigers aanwezig: Joseph Descamps, Couvreur, Bockstael, Sabatier, Verbrugghe, Washer, Jacobs, Alphonse Nothomb, Théophile de Lantsheere, Féron, Bergé, Robert, Demeur, Goblet d'Alviella, Gustave Jottrand, Arnould, Van Hoorde, De Saedeleer, Vanderkinderen, de Vrints en kanunnik de Haerne en de griffiers Huyttens (vader en zoon). Vervolgens waren de provinciegouverneur Heyvaert, generaal Stoefs, burgemeester Karel Buls met al zijn schepenen en zijn gemeenteraadsleden aanwezig evenals een aanzienlijk aantal andere hooggeplaatste personaliteiten.

De godsdienstige plechtigheid was indrukwekkend, doch duurde niet lang. De lijkdienst werd door drie priesters gedaan; zodra ze beëindigd was hebben de deurwaarders der Kamer het lijk gedragen tot aan de dorpel van de kerk, waar burgemeester Buls de volgende lijkrede uitsprak:

'Waarom bevinden wij ons hier zo talrijk rond dit lijk, waarom deze medewerking van de overheden, dit escort, deze plechtigheid? Is er kwestie van een der aarde, die met eer beladen is, naar zijne laatste rustplaats te vergezellen? Neen, het is een nederige werkman die daar rust en allen bewogen tot in het diepste onzer harten, buigen wij met eerbied voor dit lijk, want wij vereren in hem de held gevallen op het veld van eer, voor het vervullen zijner plicht. Met zich te midden der vlammen te begeven, had hij noch glorie, noch beloning te verwachten. Een enkel gedacht kon hem slechts voortdrijven en zijn zending vervullen. Hij heeft het gedaan en vandaag ontbreekt een vader in het huisgezin waar iedere avond de omhelzingen van zijn kinderen hem moed gaven voor de zware arbeid van de volgende dag. Hun kleine armpjes zullen hem tevergeefs zoeken en niet meer ontmoeten dan een wenende moeder.

Het noodlot is wreed voor de kleinen, voor de werklieden, welke de samenleving aldus hen zendt naar de voorposten van het gevaar. Met welke angst moeten zij op het ogenblik dat de ramp hen treft, op hun vrouwen, op hun kinderen niet denken. Hoe dat zij blootgesteld zijn aan de koude en honger. Ditmaal kunnen wij zeggen:"Rust in vrede, eerlijke en moedige Michiel Daekers, uw zonen hebben niets te vrezen. Te rekenen van heden, heeft de stad in wier dienst u gestorven bent, uw kinderen aangenomen en later, wanneer zij de plechtigheid zullen begrijpen, welke uw begrafenis omringt, zullen zij met fierheid over hun ongelukkige vader spreken". Vaarwel, rust in vrede'.

Op dat ogenblik was de ontroering algemeen. Men hoorde bijna niets anders meer dan luid snikken der aanwezigen. Het was een treffend schouwspel. Op de binnenplaats toen de lijkbaar buiten kwam, werd zij door een dubbele haag van pompiers begroet, welke zij de wapens presenteerden, toen het lijk aan de grote poort kwam, die uitgang heeft op de 'Boulevard Botanique'. Daar bevond zich een ontzaglijke menigte, werden de trompetten geblazen en de detachementen bewezen een laatste eer. De muziek speelde een treurmars en iedereen ontblote het hoofd. De stoet zette zich in de volgorde orde in beweging:

De muziek der pompiers van Brussel;
Het detachement vrijwillige pompiers van Cureghem;
Het lijk, gedragen door deurwaarders en gaswerkers;
Een deputatie van gaswerkers;
De Ministers, de Senators, de Volksvertegenwoordigers, de gemeenteraad, de overheden,....;
De pompiers van Schaarbeek met muziek; •De pompiers van Molenbeek; •De hoeken van het baarkleed werden vastgehouden door burgemeester Buls, heren Demot, Washer en de Vrints; •Achter het lijk gingen een sergeant van de pompiers van Brussel en een sergeant van Cureghem die de kronen droegen.

Het was 15u00 wanneer de stoet in de kerk van St.-Joost-ten-Node aankwam. De versiering van de kerk was eenvoudig, doch indrukwekkend Zodra de godsdienstige plechtigheid gedaan was, heeft de officiële wereld zich verwijderd en het lijk werd door de werklieden, naar zijn laatste rustplaats gebracht. Op het kerkhof werden er twee redevoeringen uitgesproken.

Officieel Verslag

Dhr. Odilon Perier, die gelast was met de herziening tot aanmaak van een beknopt verslag, maakte aan de bestuurder van de 'Moniteur Belge' het volgende verhaal van de ramp over op 7 december 1883:

"Heer Bestuurder,

Ingevolge de wens door u uitgedrukt, haast ik mij u een kort verhaal te sturen van de voorvallen die plaats grepen in het Paleis der Natie, van af het ogenblik dat dhr. Voorzitter, gewaarschuwd door het geroep dat uit de tribune der dagbladschrijvers kwam, het nodig oordeelde de zitting te heffen. Het kon dan 16u45 zijn, een twintigtal leden waren aanwezig. Allen-en de functionarissen der Kamer met hen-begaven zich zodadelijk naar de leeszaal en de kleedkamer. Een honderdtal personen stonden op het gangpad van het Park, naar het vuur te kijken dat boven onze hoofden was uitgeborsten. Op dit ogenblik deed de voorzitter Descamps, de econoom van de Kamer dhr. Bruyninckx, roepen, maar deze was reeds op de kleine trap gelopen die naar de zolder leidt en worstelde tegen de rook. De Voorzitter ging zelf bevelen geven, om de redding in te richten.

Wij konden aan ons zelf geen juist gedacht vormen van wat er voorviel. Wij dachten dat er slechts kwestie was van een zeer onbeduidende beginbrand, dat geen aanleiding kon geven van een ramp. Wij keerden naar de vergaderzaal terug, waar wij aan de ingang bleven staan. Daar stonden heren: Olin, de Lantsheere, Nothomb, Couvreur, Goblet, Scailquin, Tournay, Tack, de Montblanc, De Bruyn, Gillieux,.... De lantaarn was nog slechts een overgrote vuurbal. Wij zagen in alle richtingen rond, maar ontwaarden nergens elders vlammen. Iemand zegde: de lantaarn zal invallen en alles zal gedaan zijn. Maar eensklaps aan het uiteinde van het plafond, boven de banken van de uiterste linkerzij, verscheen een vlam door een scheur. Deze werd groter en vuursprankels vielen er door. Wij vroegen water en men bracht er ons.

Wij sprongen met vieren vooruit: ‘snelschrijver Dattreux, twee huissiers (deurwaarder ) en ik-in de zaal, naar de kant van waar uit het plafond de vuursprankels vielen en gedurende meer dan 15 minuten, doofden wij, bij middel van zand en van alles wat wij voorhanden had het vuur uit, altijd in de hoop de zaal te redden’. Een pompier kwam ons in dat werk helpen en de brandende houtsprankels in een porseleinen zandbak oprapen. Het vertrouwen was zo groot dat, ten einde de meubelen niet te bederven, men ons van alle kanten gedurig toeriep geen water te gieten. Het gekraak in de lantaarn werd nochtans hevige. Men riep ons toe om ons te verwijderen. Langs de gang verwijderden we ons, maar vooraleer we voorgoed de zaal verlieten, namen wij elk een deel van de meubels mee die niet aan de grond waren vastgemaakt, de tafel der stenografen van het beknopte verslag en de herziening.

Dhr. Tournay klom op het bureel en verzamelde de papieren die er lagen. Terwijl hij daar stond, viel een kleine balk met onnoemlijk gedruis naast hem; Gans het plafond stond in vuur. Dan eerst verstonden wij de belangrijkheid van de ramp en begaven wij ons in de leeszaal, vast besloten met het vernielende element te worstelen voor het behoud van de kunstwerken, daar verzameld. Een der huissiers van de Kamer kreeg een gelukkige inval en ging naar de boekerij twee ladders halen, waaronder een dubbele. We grepen ze vast en de redding begon. Huissier Rassaert, hielp mij, om het portret van de voorzitter Guillery, tevens het laatste werk van de betreurde Dewinne, los te maken, geholpen door een derde persoon, wiens naam ik vergeten ben, zetten wij onze kostelijke last neer in de voorkamer, langs waar men in de salon der quaestuur (presidium van Kamer en Senaat ) komt.

De andere portretten volgden weldra. Wij gelukten er in gans deze bewonderenswaardige verzameling te redden. Wanneer ik zeg wij, wil ik hogergenoemde volksvertegenwoordigers aanduiden, de verschillende ambtenaars der Kamer en al de huissiers, hun opperhoofd dhr. Van Heerswynghels aan het hoofd. Op dit ogenblik waren er nog slechts enige personen in het gebouw, van buiten gekomen. Ik betreur het hun namen niet te kunnen opgeven, want allen zonder onderscheid gaven blijken van de grootste moed. Ik kon er slechts een noemen, dhr. Clepkens een ambtenaar bij het departement van Justitie, die een groot portret van de koning, in de voorkamer afnam en redde. Het was dan al half zes. Men kwam ons zeggen dat het vuur zich met een verbazende snelheid uitbreidde en tot de Senaat en de Ministeries oversloeg.

Schilderijen en kunstvoorwerpen had men in de vestibule geplaatst, links naast de grote trap. Het was nodig ze naar een veiliger plaats te brengen. Heren Olin, Goblet, Couvreur, Tack, de Montblanc, Tournay, Debruyn waren nog altijd ter plaatse. Allen werkten zonder ophouden en met hun medehulp en met behulp van de grenadiers, geleid door luitenant Van den Rogaert, gelukten wij erin al de schilderijen in het gebouw van de Moniteur te bergen! Zij zijn ongeschonden uit de Kamer gekomen dank aan de voorzorgen, gezonden door de regisseur Dauby.

Wij keerden naar de Kamer terug. Heren Goblet en gemeenteraadsheer Richald, hadden juist verschillende kostbare voorwerpen, onder andere een verzameling van medailles gered. Wij herinnerden ons dat in een der zalen van de sectiën, beneden een schilderij van waarde bevindt. Wij begaven ons in die plaats, maar het schilderij was te groot om door het venster of de deur te brengen. Wij raadpleegden de Minister van Openbare Werken, die de redding bestuurde van de kant van de Natieplaats. Hij liet ons toe het schilderij uit te snijden en onder bestuur van dhr. Bruyninckx, werd dit door de huissiers gedaan.

Dhr. Tournay, vergezeld van enige mannen, liep langs de trap van de dienst aan de kant van de salons van de voorzitter en met Goblet, Bruyninckx, Desmet en enige anderen, drongen wij onder de zuilengang, ten einde van daar de grote trap te bereiken, die naar de Senaat geleidt. Wij kwamen aan de eerste kolommen recht over de bijzonderste ingang, wanneer een schrikkelijk gekraak zich liet horen, en het plafond scheurde. Wij vluchten van alle kanten en wij gelukten er in, ons aan het gevaar te onttrekken. De ene ontkwamen langs de vensters, de andere door de deuren die op de Orangeriestraat uitgeven. Ik was van deze laatste met dhr. Goblet, Bruyninckx en Desmet. Buiten vonden wij dhr. Washer en waarom het niet gezegd? Bij het zien van al het puin en alle verwoesting, voelde de quaestor ( beheerder van de schatkist) der Kamer zijn hart ineen krimpen; hij weende!

Aanvaard, heer bestuurder, de uitdrukking mijner hoogachting. Getekend Odilon Pérrier"

Heropflakkering van de brand was er op zondag 9 december 1883, omstreeks 09u30. De plankenvloer onder de bibliotheekzaal was in brand geraakt. Rond 11u00 hervatte het vuur, op de tweede verdieping, links van de zaal der beraadslagingen van de Senaat. Iets voor de middag was alle gevaar geweken.

Kritieken aangaande de brand

De Burgemeester Karel Buls van Brussel had op zaterdag 8 december 1883, op een vergadering van de bestuurders der bijzonderste dagbladen van Brussel, betreffende de kritieken die gemaakt waren aangaande de brand van het Paleis der Natie, enige uitleg gegeven. De Brusselse pers, die felle kritieken ten overstaande van de pompierdienst had geuit, werden door de burgemeester Buls aanhoord en moest toegeven dat er fouten werden begaan.

De burgemeester zei op zijn beurt:'...van zodra ik wist welke de fouten waren, heb ik ook straffen uitgesproken en vervolgt verder: 'Ja onze pompierdiensten laten veel teveel te wensen over, maar ik hou eraan, dat ik nog maar pas twee jaar burgemeester ben. Vanaf het eerste jaar mijner indiensttreding heb ik al het mogelijke gedaan, om deze dienst her in te richten en te vervolledigen.

Zo werd door mij opdracht gegeven het ontwerp te laten bestuderen, om in de Wetstraat een post pompiers te installeren, die voorzien moest zijn, van het nodige materiaal in geval van brand. Ook werd gevraagd om het aantal paarden te verdubbelen die gebruikt werd voor de dienst der spuiten. Maar al de deze voorstellen en andere, werden niet aangenomen, om reden van bezuinigingen. Verscheidene raadsleden hebben toen geoordeeld dat zulks teveel kostte.

Wat de Portaladders betreft, die zeer moeilijk zijn, had ik besloten ze af te schaffen en ze te vervangen door ladders van een nieuw stelsel, die als veel beter aanzien werd, door de commandant Allo en de ingenieur de Cazenave, die naar Parijs gezonden werden, om de proefnemingen bij te wonen, van dit nieuwe ladderstelsel.

Na de grote ramp die ons kwam te treffen, hoop ik dat de tegenkantingen, welke ik tot hiertoe gehad heb, zich niet meer zullen voordoen. Ik ben voornemens in de gemeenteraad een voorstel neer te leggen, betreffende het instellen van een post pompiers aan het kwartier van O.L.Vrouw-ter-Sneeuw, in de buurt van het circus en het Eden-theater deze post zal bestaan uit een dienst van twintig personen en voorzien zijn van drie stoomspuiten. Het aantal paarden moet daarbij voldoende zijn, om de spuiten zo spoedig mogelijk naar de plaats van de brand te brengen.

Een woord nog: "Men heeft gezegd en geschreven dat, indien op bewuste donderdag de stoomspuit zoveel tijd nodig had om ter plaatse te komen, het de schuld van de paarden was, omdat zij niet gescherpt waren. Dit was onjuist de paarden stonden reeds al verschillende dagen klaar, maar de vertraging was te wijten daar de officier drie paarden had ingezet voor andere taken en er op het ogenblik van de verschrikkelijke ramp, er maar een over had voor de bediening van de stoomspuit, die eigenlijk door twee paarden dienden te worden getrokken.

Het zou onmogelijk zijn al de daden van moed en zelfopoffering te melden, die donderdagavond plaatsgehad hebben. Waarschijnlijk zal een officieel verslag verschijnen, waarin elkeen die zich onderscheiden heeft, zal bedankt worden".



Artikel over de brand van het Brussels Natiepaleis verschenen in de Gazette van Brugge van 8 december 1883
Gazette van Brugge van 08-12-1883


Bronnen:

Gazette van Brugge: zaterdag 8, maandag 10, woensdag 12, zaterdag 15, 24, 27 en 29 december 1883.
Noël De Mey
Foto's: wikipedia
©Sabam 2008

Op de hoogte blijven?  Abonneer je op mijn feed.