Posts tonen met het label 1616. Alle posts tonen
Posts tonen met het label 1616. Alle posts tonen

dinsdag 19 november 2013

Jan Baptist (Marcarius) Simeomo 1616-1676



Jan Baptist (Marcarius) Simiomo 1616-1676
Jan Baptist Simeomo
1616-1676
Hij, werd als zoon van de Turijnse koopman Marco-Aurelio en van Sara de la Chambre op 13 mei 1616 te Antwerpen geboren. Jan Baptist studeerde bij de Jezuïeten te Antwerpen en trad op 16-jarige leeftijd in de abdij van Sint-Michiels, waar zijn professie plaatsvond op 2 februari 1634. Toen hij twintig jaar oud was, kreeg hij onderricht in de wijsbegeerte.

Te Leuven kreeg broeder Marcarius, van Joannes à Lapide-die trouwens één van zijn voornaamste leraars was-les in de Godgeleerdheid. Hij haalde er zijn licentie en werd in 1640 tot priester gewijd.

Kanunnik Marcarius bleef een tijdlang onderpastoor te Antwerpen-Meir, in de Kempen, waar kanunnik Overhusius zowel zijn Antwerpse professor als pastoor was. Spoedig keerde hij naar Antwerpen terug, om professor in de theologie te worden.

Vanaf toen stond zijn godsdienstig leven in de strijd om het boek van Jansenius. Simeomo liet zich niet onbetuigd en trok zelf ten strijde met een aantal theologische schriften, waarvan het eerste in 1647 verscheen, dat te wijten was aan vrijheid, genade, predestinatie en voornamelijk aan pastoraaltheologie.

Ook schreef hij ten dienste van Sanderus de geschiedenis van de Sint-Michielsabdij, dat ingebonden werd in de "Brabantia Illustrata". Daarenboven hield hij zich ook bezig met hagiografie. Daarmee bezorgde hij de Bollandisten zoveel informatie, dat twee boekdelen van de "Acta Sanctorum" naar hem werden opgedragen. Ondertussen was Simeomo in 1663 tot abt van Sint-Michiels gekozen en nam als leuze het woordje "Vigila". Dit is ook de reden, dat er in zijn schild twee hanen naast twee leeuwen prijken.

Als lid van de Staten van Brabant voor een staatsie (praal en pracht). Hij liet er te Brussel een fraaie "herberg" bouwen. Dit met als doel, wanneer hij als abt van Sint-Michiels gedurende bepaalde dagen er daar diende te verblijven. Vermeldenswaardig is het feit hoe hij het Prelaatshof van het Kiel wist op te kalefateren, die in 1635 door brand werd verwoest. Hier en daar werd er her-en bijgebouwd en was de bezieler van de plantentuin in 1674 en aangelegde vijvers, die pas na zijn overlijden in 1676 in het hof werden aangelegd.

Simeomo, overleed op 12 april 1676. De Antwerpse stadsbibliotheek is in het bezit van enkele opgedragen werken aan Simeomo. Zijn portret, die hierbij wordt getoond is naar een gravure van Richard Collin, gemaakt in 1669 en blijkt een zeldzaam stuk te zijn.

De ooit gedane oproep om Wittestraat, "rue Blanche" te Antwerpen, die verwarring heeft met de Wittestraat te Berchem om te dopen naar de Simeomostraat vond blijkbaar geen gehoor. Het zou nochthans een passend eerbetoon zijn niet alleen naar de persoon zelf maar ook aan de inwoners van het Kiel.

Brontekst:
Zondagsvriend, 17-01-1932
Antwerpse Portrettengalerie van Floris Prims.

Op de hoogte blijven?  Abonneer je op mijn feed.
Noël De Mey


woensdag 13 november 2013

Joost Mattelaer 1616-1687





Judocus Mattelaer, Prins van de kamer van het H. Kruis
Judocus Mattelaer
Prins 1646*
Joost Mattelaer werd in 1616 geboren. Meer over deze Kortrijkse volksman, die een smid was kan men lezen in het oude "Guldebouck der Cruysbroers". Hoewel hij tot het ambacht der smeden behoorde schreef hij veel. Als factor der Kruisbroeders leverde hij:

1° 't Spel van Prudentia Generosa;
2° Mauritius, keyser van Constantinopelen;
3° Lyderick de Buck, graeve van Vlaenderen.

De "Cortryksche Poëzie", die zich te Brussel bevind, bevat zestien refereinen en balladen van hem.Vermoedelijk hebben deze gedichten deel uitgemaakt van prijskampen. Hier enkele alinea's uit zijn "bloedige ommegang":

"Comt, broeders, laet ons gaen, den drouven wegh betreden.
Waer onse Heer en Godt zoo bitter heeft gheleden!
Begint uyt dees capel waer Hy den maeltijdt doet.
Daerin dat Hy ons geeft zyn weerdigh vleesch en bloet..."

* Prins van de kamer van het H. Kruis. Vervolgens schreef men er nog bij: "Binnen syn leven poët van de redenrycke gulde van de Cruysbroeders".

Hierbij het vermoeden, dat Mattelaer een vroom man moet zijn geweest. Zijn schrijfvormen, waren noch beter, noch slechter dan de rijmen van zijn tijdsgenoten. Hij, overleed op 28 augustus 1687 te Kortrijk. De blauwe ingemetselde steen in de muur van de St.-Maartenskerk werd met volgend grafschrift voorzien:

H.L.B
Joos Mattelaer,fs Jans
Vertoeft wat, die hier voorbij gaet;
Bidt voor de ziel van Al-met-Raet;
Dees letters keert, 't is Mattelaer.
Kent gy hem niet? Gheraedt er naer.
Hy heeft oock in zoo menich dicht
Niemant beschaemt, niemant ontsticht.
In syn leven was hy een smedt;
Dies hem gedenckt in uw ghebedt;
Bidt dat hy mach met Godt hier na
Bedichten 't blijd Alleluya.
Obüt 28 Aug. 1687
R.I.P.
Brontekst:
Ons Land 22 janauri 1927 (Th. Stevens)
Noël De Mey

Op de hoogte blijven?  Abonneer je op mijn feed.