Uit Zondagsvriend 23-10-1932 |
In 1951 werd Jan als pastoor benoemd van St.Jacob op de Koudenberg te Brussel, de kapel van het Koninklijk Hof. Hij bleef in functie onder de hertogen Albrecht en Isabella, totdat de Stoel van Antwerpen leeg kwam te staan n.a.v. de overplaatsing van bisschop Willem van Bergen naar Kamerijk. Jan Le Mire werd als kandidaat door de aartshertogen naar voor geschoven voor Antwerpen, omwille van zijn verdiensten. Op 30 mei 1604 werd Jan Le Mire, als nieuwe bisschop ingewijd.
Direct na zijn aanstelling zette hij zich aan het werk voor de inrichting van zijn bisdom. Zijn geleerde neef Aubertus Miraus werd als scholaster aangesteld; bracht een seminarie voor priesters tot stand en in 1610 hield hij een synode, dat voor de Antwerpse kerk van grote betekenis was.
Daarenboven onderzocht hij op verzoek van het aartsbisschop de mirakelen, die aan O.L.V. van Scherpenheuvel waren toebedeeld en gaf de geschiedenis weer van het wonderdadig beeld, dat als eerste bestempeld stond van Scherpenheuvel.
Op 11 januari 1611 sloeg het noodlot toe. Tijdens het huwelijksfeest van de graaf van Hoogstraten met een Berlaymont, die te Brussel werd gehouden, werd hij door een beroerte getroffen. Dezelfde nacht nog overleed bisschop Jan Le Mire.
Acht dagen voor zijn overlijden, voelde hij zich reeds niet goed en had nog zijn testament kunnen opmaken. Een deel van zijn fortuin werd geschonken aan studiebeurzen, om de mogelijkheid te bieden hogere studies aan te vatten. Gedurende Aubertus Le Mire. Beide Le Mire's zijn als oom en neef in de kerkelijke Antwerpse geschiedenis, onafscheidbaar.
eel zijn leven ging zijn belangstelling immers daar naar uit. Ook ijverde hij voor een beter volksonderwijs te Antwerpen met medewerking van zijn secretaris-scholaster
Op nauwelijks 51-jarige leeftijd overleed Jan Le Mire en werd in het koor van de Antwerpse kathedraal begraven.
Bronnen:
Oud-Antwerpse portrettengalerij van Floris Prims
Zondagsnieuws van 23 oktober 1932
Noël De Mey
Geen opmerkingen:
Een reactie posten