Laatste update: 27-10-2013
Ontgraving in de St. Pieterskerk te Gent
Op verzoek van de koninklijke familie van Denemarken ging men op vrijdagnamiddag 18 mei 1883 over tot de ontgraving van Isabella van Denemarken (1501-1526), zuster van Karel V (1500-1558). Isabella overleed in 1526 op het kasteel van de abt van St. Pieters te Zuynaarde en in de St. Pieterskerk begraven. Het verzoek werd ingewilligd door Z.H. de bisschop van Gent en de kerkfabriek.
De stoffelijke overblijfselen van koningin Isabella zouden op hun beurt worden per schip uit Antwerpen naar Odensee overgebracht worden, om er begraven te worden naast die van Christiern II.De Deense consul dhr. Schaeck de Broeckdorf kwam uit Antwerpen naar Gent, om in aanwezigheid met zijn Gentse collega Levison aanwezig te zijn bij de ontgraving die plaats gehad heeft in aanwezigheid van de Z.E.H. kanunnik d’Hoop, pastoordeken, twee leden van de kerkraad, en van de politiecommissaris der afdeling. De overblijfselen werden in een zinken kist gevonden en werden in een tweede houten kist gestoken en gesloten, vergezelt met de zegel van de kerk en van het Deense consulaat.
Isabella van Oostenrijk, zuster van Karel V., was een der ongelukkigste vorstinnen uit haar tijd. Zij was ongelukkig in haar huwelijk met Christiern II (1481-1559), de koning van Denemarken. Ze was ongelukkiger op de troon van drie rijken en nog ongelukkiger toen zij, aan het lot van haar achtgenoot verbonden, met hem in ballingsschap moest rondzwerven.
Christiern was een verstandige man onder politiek opzicht, hoewel te voorbarig en zijn tijd vooruit. Hij leidde een schandelijk zedelijk leven en liet zich overheersen door een bijzit en haar moeder, Siegebritte en Duveke Willems genaamd. Nederlandse van afkomst maar te Bergen in Noorwegen gevestigd.
Gazette van Brugge 21-05-1883 |
Christiern II was ondertussen protestant geworden en had zijn vrouw schijnbaar ook daartoe gedwongen. Deze laatste geschokt door een lange reeks van ongelukken en zielenlijden, werd ziek en werd enige tijd in Aken verpleegd. Terug in België, begaf zij zich naar Zwijnaarde, op het kasteel van de abt St. Pieters, waar zij volledig uitgeput overleed op 19 januari 1526 op de leeftijd van nauwelijks 24 jaar.
Haar overleden lichaam werd in grote plechtigheid naar de abdijkerk te Gent overgebracht. De kist was bedekt met een gouden laken en overdekt met een goudlaken pelle. Het graf was gedolven voor het hoogaltaar van de kerk en versierd met een verhevene tafel, waarop de ongelukkige vorstin in het marmer, liggend was afgebeeld.
Dit monument werd door de geuzen in 1578 vernietigd. In het jaar 1600 deed de abt van St.- Pieters uit het graf der vorstin de beenderen halen en leggen in een nieuwe loden kist, die hij bijzette in een kelder van het klooster. Pas 52 jaar nadien bracht men de kist naar het graf, waar zij nog vrijdag stond, te weten te midden des koors. Geen opschrift, geen enkel woord herinnerde aan de koningin.
De keizerin Maria-Theresia (1717-1780) deed omstreeks het midden van vorige eeuw, terug het koninginnegraf openen. Men vond er een loden kistje, bevattende verschillende declaraties over de dood van Isabella.
In 1781 bemerkte men tegen een pilaar daar dichtbij, een lang Latijs opschrift, versierd met de wapens van Denemarken en Oostenrijk. In 1798 kwamen de Franse Sansculotten het lood der kist stelen, evenals de koperen plaat, maar de pastoor van St. Pieters, Malengie, gewezen monnik der abdij, verzamelde in 1814 opnieuw het gebeente van Isabella van Oostenrijk en legde die andermaal in een kist op twee ijzeren staven, om haar van vochtigheid te vrijwaren.
Ook prins Johan, een der kinderen van koningin Isabella, werd in de St.-Pieterskerk begraven. Het kan dus zijn dat de beenderen die men heeft ontvangen, het de beenderen zijn van zowel de moeder of van de zoon.
Reeds in 1844 sprak men er in Denemarken van, om het laatste overschot der vorstin naar ginder over te brengen. De Deense professor Kalkar, die toen de stad Gent bezocht, schreef een verslag aan de regering van zijn land en stelde voor, een nieuw grafmonument in de St.-Pieterskerk ter ere van de ongelukkige verbannende op te richten. De dood van deze geleerde (1846) deed het ontwerp vergeten.
Bron:
Gazette van Brugge: maandag 21 mei 1883
Noël De Mey
Foto's: Wikipedia
©Sabam 2008
Op de hoogte blijven? Abonneer je op mijn feed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten