Laatste update: 30-12-2013
Een korte geschiedenisschets daarover leert ons het volgende:
‘Toen de kruisvaarders in 1099 Jeruzalem hadden ingenomen en de heilige plaatsen aan de Saracenen hadden ontrukt, nam de toeloop naar het Heilig Graf, der Zaligmaker door de christenen met grote mate toe. Vele pelgrims uit diverse landen, die te Jeruzalem aankwamen werden ziek en hadden hulp nodig.
En heilig man, (Tum) Thom Gerard genaamd, die aan het hoofd stond van het ziekenhuis en die aan de kerk van de handelaars van Amalfi gehecht was, kreeg de gedachte om een orde in het leven te roepen. Zij zouden zich hoofdzakelijk bezig houden met het verzorgen van christen pelgrims, die naar het Heilig bedevaart oord waren gekomen.
Nadat hij zijn plan grondig in overweging had genomen legde hij in 1100 de fundamenten van zijn vereniging vast, die de naam van Orde van Sint-Jan van Jeruzalem droeg. Thom Gerard zelf werd als Grootmeester aangesteld, die na verloop naar de Maltezer Orde werd omgedoopt.
Wanneer onder het bestuur van de tweede Grootmeester Raymond Du Puy, de Orde dagelijks zag verder bloeien met een toenemende ledengroei, werd er beslist, op voorstel van de aanvoerder, om niet alleen de pelgrims te verzorgen, maar ze ook gewapenderhand tegen de aanvallen van de ongelovigen te verdedigen. De vereniging kreeg op deze manier een godsdienstig en ridderlijk karakter in 1121.
Na de inneming van Jeruzalem door Saladin in 1188, verlieten de leden der Orde hun eerste verblijfplaats en vertrokken naar Acre, om in 1310 nogmaals van woonplaats te veranderen en vertrokken naar Rhodos.
Opnieuw werden zij verjaagd. Dit gebeurde nadat zij heldhaftig strijd hadden geleverd tegen sultan Soliman II ( een andere bron spreekt van Süleyman I) en na een beleg van drie jaar in 1522 het eiland verlieten. Na acht volle jaren van rondgedoold te hebben trokken zij naar het eiland Malta, dat in 1530 door Keizer Karel V werd afgestaan.
Sinds dat tijdstip vormden zij een afzonderlijke staat en waren gekend onder de Ridders van Malta, die onder de ongelovigen enige schrik verspreidden, maar als toonbeeld van deugd en dapperheid werden aanzien. Gedurende drie volle eeuwen bleef deze bewonderenswaardige Orde bloeien, totdat het tijdstip van haar ondergang was aangebroken.
In 1798 trok Napoleon Bonaparte naar Egypte en slaagde erin het eiland Malta te veroveren door toedoen van de goede verstandhouding die bestaan had tussen het ‘Directoire’ en von Hompesch, de laatste grootmeester van de Orde. Hun staat werd afgeschaft. von Hompesch legde zijn waardigheid neer en Keizer Paul I van Rusland eigende vol hoogmoed de titel van grootmeester der Maltezerorde aan zichzelf toe.
Vanaf dat ogenblik bestond de Orde enkel nog van naam en werd de zetel in 1801 naar Catane verplaatst, vervolgens naar Ferrara en uiteindelijk in 1831 naar Rome, waar ze in 1878 door Z.H. Leo XIII werd heringericht op voorstel van kardinaal de Lavigerie, die de Paus kon overtuigen. De herinrichting had als doel de slavenhandel in Afrika te bevechten.
Deze Orde, die tevens door haar krijgsdaden in haar edelheid en rijkdom schitterde, heeft aan het christendom uitzonderlijke diensten bewezen en was verdeeld in verschillende afdelingen in Frankrijk, Italië, Duitsland en Engeland. Vele vermaarde Grootmeesters stonden ooit aan het hoofd van deze vermaarde Orde, waaronder: Raymond du Puy, Villiers de L’Isle Adam, Pieter d’ Aubusson, die met zijn leger het eiland Rhodos gedurende drie maanden tegen Mahomed II, verdedigde, La Valletta,…
Na 1832, was de Orde van Malta enkel nog een liefdadige instelling, van wie de hoofdman te Rome twee ziekenhuizen bestuurde. Om destijds tot de Orde toegelaten te worden moest men ten minste 200 jaar tot de adel behoren. Het Kruis van Malta is een in wit email met zilveren lelie met zwart lint’.
Bron:
Gazette van Brugge, woensdag 11 juli 1888
Op de hoogte blijven? Abonneer je op mijn feed.
Noël De Mey
©SABAM
Geen opmerkingen:
Een reactie posten