zaterdag 31 mei 2014

Honderdjarige Leopoldisten

Update: 26-04-2019

De honderdjarige oud-soldaten uit de regeerperiode van Koning Leopold I


De Meyer Theodoor, werd op 2 maart 1827 te Erembodegem geboren. Leopoldist Theodoor, overleed er op 1 mei 1927 te Haaltert en werd 100 jaar, 1 maand, 4 weken en 1 dag oud.

Doom Henri, werd op 21 augustus 1843 te Koolskamp geboren. Henri, overleed er op 26 maart 1946 te Ardooie en werd 102 jaar, 7 maanden en 5 dagen oud.

Drieghe Karel-Lodewijk, werd op 22 mei 1836 te Ledeberg geboren. Hij, overleed er te Ledeberg op dinsdag 19 april 1938 en werd 101 jaar, 10 maanden en 4 weken oud.

Dupont Jean-Pierre, werd op 26 juni 1821 te Tournay (Luxemburg) geboren. Hij, overleed er te Walcourt op 2 november 1826 en werd 105 jaar, 4 maanden en 1 week oud.

Swerts Jan-Mathijs, werd op 3 juli 1820 te Beringen geboren en overleed er op 12 oktober 1923. Hij werd, 103 jaar, 3 maanden, 1 week en 2 dagen oud.

Leopoldist Félix Van Nieuwenhuyze (1835-193?)
Van Nieuwenhuyze Félix
1836-1935?

Van Nieuwenhuyze Félix, werd op 30 maart 1836 te Ichtegem geboren link. Hij diende bij de kurassiers in 1956 en was vader van elf kinderen. Wanneer hij op 11 augustus 1935 (zie postkaart) als honderdjarige gevierd werd, waren er nog vier kinderen in leven; telde hij twintig klein-en vijfendertig achterkleinkinderen.

Wat momenteel nog niet volledig duidelijk is, is zijn geboortedatum. Mijn geschreven bron heeft weer, dat hij op 10 maart 1836 werd geboren en op 19 juli 1935 overleed. Westvlaamse eeuwelingen 1189-1918 van A. Verbouwe




Indien er lezers zijn, die over aanvullende informatie beschikken van Belgische honderdjarigen over gelijk welke aard, kunnen contact opnemen via mail: noel.de.mey@telenet.be


©Noël De Mey




dinsdag 27 mei 2014

Gillard Jules 1893-1995, de 101-jarige oud-strijder en vuurkruiser W.O. I van Gent

Oud-strijder en vuurkruiser Juels Gillard 1893-1995. Verzameling Leondyme
Jules Gillard 1893-1995
Oud-strijder/vuurkruiser
Wereldoorlog 1914-1818
Jules Gillard werd op 4 juli 1893 als zoon van August en Elise Vander Becq te Gent geboren. Op 1 augustus 1914 kwam Jules actief in dienst bij het 2de Linieregiment. Jules bevorderde anderhalve maand daarna op 15 september 1914 tot sergeant en twee dagen later tot sergeant-fourrier. Vervolgens werd de graad van sergeant-majoor op 15 augustus 1918 aan Jules toegekend.

Hij maakte achtereenvolgens deel uit van de 3de, 5de en 12de compagnie van het 2de Linieregiment en werd op 15 augustus 1919 met onbepaald verlof naar huis gestuurd. Daarvoor leidde hij nog jonge recruten op, die pas in dienst gekomen waren. Gedurende 52 maanden streed hij aan het front als vuurkruiser, was houder van de vuurkaart en had 8 frontstrepen. Jules werd met volgende eretekens onderscheiden:

Rouwbrief Jules Gillard. Verzameling Leondyme
Rouwbrief, Jules Gillard


Oorlogskruis met 2 palmen
IJzermedaille
Vuurkruis
De Overwinningsmedaille aan de Oorlog 1914-1918
De Herinneringsmedaille aan de Oorlog 1914-1918
Ridder in de Leopold II Orde met Zwaarden
Ridder in de Kroonorde met Zwaarden
Ridder in de Leopoldsorde met Zwaarden
Herinneringsmedaille van de Regering van Zijne Majesteit Albert I
Officier in de Leopold II Orde met Zwaarden
Officier in de Kroonorde met Zwaarden
Officier in de Leopoldsorde met Zwaarden
Bidprentje, Jules Gillard 1893-1995. Verzameling Leondyme
Bidprentje, Jules Gillard

Jules, die gehuwd was met Marguerite Cassiers, waarvan hij weduwnaar van werd, overleed op 16 mei 1995 te Gent. De voormalige oud-strijder-vuurkruiser uit de Eerste Wereldoorlog werd 101 jaar, 10 maanden, 1 week en 5 dagen oud.

Bronnen:Legerarchief van Evere
Bidprentje en rouwbrief verzameling Leondyme
Guldenboek der vuurkaart, 1935-1936, pagina 12

Noël De Mey


maandag 26 mei 2014

Willem van Bergen (1551-1609), de derde bisschop van Antwerpen

Bisschop Willem van Bergen (1551-1609), de derde bisschop van Antwerpen.Verzameling Leondyme.Na het overlijden van Torrentius, volgde Willem van Bergen hem op als derde bisschop van Antwerpen. Willem behoorde langs zijn moeders zijde tot de invloedrijke oude Antwerpse families. Zijn moeder Anna Sterck, was vrouw van "Hooftvunder", het kasteel van "Sterckxhof". Zijn vader heer van Grimbergen, behoorde tot de grote familie der Bergen's, van Bergen-op-Zoom.

Willem vervolmaakte zijn studies te Leuven en in het buitenland en werd meester in de rechten. In opdracht van Paus Gregorius XIII, werd Willem op missie gestuurd naar de bisschop van Luik in 1571. Gevolg daarvan was, dat Willem er deken werd van St.-Lambertus te Luik.

Het overlijden van Torrentius bracht met zich mee, dat hij door aartshertog Albert als kandidaat naar voor werd geschoven, als opvolger voor de bisschoppelijke stoel van Antwerpen. Wanneer zijn inhaling plaatsvond op 29 maart 1598, moest er nog steeds een regeling getroffen te worden voor de invulling van de aartsbisschoppelijke stoel van Kamerijk (3 maart 1598). Aanleiding daarvan waren eigenlijk de vele onenigheden, die er binnen het kapittel destijds heersten.

Opnieuw werd er door aartshertog Albert aan Willem van Bergen gedacht. Het kapittel legde zich er uiteindelijk bij neer en koos men voor de bisschop van Antwerpen in mei 1598. Hierdoor waren de moeilijkheden nog niet van de baan, want te Rome stelde men de gebruikte handelswijze van de aartshertog in vraag. Nuntius Frangipani wist echter alles in orde te schikken, waardoor bisschop Willem van Bergen in 1601 het Antwerps bisdom verliet. Tot aan zijn overlijden op 28 april 1609 beheerde hij het bisdom Kamerijk.

Bronnen:
Zondagsvriend 16 oktober 1932
Oud-Antwerpse portrettengalerij van Floris Prims
Noël De Mey

woensdag 21 mei 2014

Gelenne Martin 1875-1976, de honderdjarige oud-strijder W.O. I van Maaseik

Martin Gelenne, werd als zoon van Pierre en Elisabeth Vansimpsen op 22 september 1875 te Borgloon geboren. Als soldaat in vredestijd vervulde hij zijn militaire dienst bij de de Artillerie Forteresse van Luik van 1 oktober 1895 tot 1 oktober 1898.

Nog voor dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak was Martin als rijkswachter actief. Dit gaf als gevolg, dat hij van 1 augustus 1914 tot 21 augustus 1914 bij de brigade van Bree werd ingedeeld en daarna in dienst trad bij generaal Deschepper tot 16 oktober1914. Daags nadien interneerde Martin naar het Nederlandse Harderwijk tot 18 december1918. Hij keerde dan terug naar zijn compagnie van Hasselt tot 31 januari 1919 en werd pas gedemobiliseerd op 30 september van datzelfde jaar.


Gedurende de oorlogsperiode zat Martin welgeteld 3 maanden aan het front en 49 maanden achter de linies en bekwam 1 frontstreep (toegekend op 16-02-1933). Hij werd met volgende eretekens onderscheiden:

Militaire medaille 1ste klasse
De Overwinningsmedaille aan de Oorlog 1914-1918
De Herinneringsmedaille aan de Oorlog 1914-1918
Gouden medaille in de Leopold II Orde
Militaire medaille 2de klasse
Rouwbrief Martin Gelenne 1875-1976. Verzameling Leondyme
Rouwbrief Martin Gelenne
Medaille van de Nationale Onafhankelijkheid 1830-1930
Oorlogskruis
Herinneringsmedaille van de Regering van Zijne Majesteit Leopold II
De Erkentelijkheidsmedaille van 1914-1918
Gouden Palmen in de Kroonorde (aangevraagd)
Ridder in de Leopold II Orde
Herinneringsmedaille van de Regering van Zijne Majesteit Albert I
De Erkentelijkheidsmedaille van de Rijkswacht
Medaille van de Stad Nieuwpoort
Gulden Ereteken
Kruis van verdienste N.S.B.

Martin, die gehuwd was met Melanie Ghuys en vier kinderen had, zette na de oorlog zijn loopbaan als rijkswachter verder bij de brigade van Eisden. Op 1 april 1925 eindigde hij er zijn carrière als bevelhebber bij  zijn brigade-eenheid en ging dan als bediende aan de slag bij de voormalige Limburgse steenkoolmijnen. Als gewezen oud-strijder en oud-voorzitter van de K.N.S.B. overleed Martin op 2 februari 1976 te Maaseik en werd 100 jaar, 4 maanden, 1 week en 4 dagen oud.

Bronnen: Legerarchief van Evere
Rouwbrief, verzameling Leondyme

Noël De Mey




maandag 12 mei 2014

Franciscus Sonnius 1506-1576, de eerste Bisschop van Antwerpen

Herkomst: zondagsvriend 9 oktober 1932
Franciscus Sonnius, werd als Frans van de Velde in 1506 te Son bij Eindhoven geboren. Als arme leerling vatte hij zijn studies aan in het fraterhuis te 's Hertogenbosch. hoewel hij tot de armste leerlingen van de Standonck-stichting behoorde, bleek hij een uitmuntende en schitterende leerling te zijn. Omstreeks 1530 werd hij priester en behaalde in 1538 de titel van doctor in de Godsgeleerdheid. Vervolgens werd hij in 1543 rector van de Leuvense Universiteit.

Het was in deze periode, dat de ketterij uitbrak en Sonnius de opdracht had gekregen uit te zoeken welke leerlingen zich daarmee inlieten. Door zijn ongekende waakzaamheid, niet aflatende werkzaamheid en weergaloze inzet, slaagde hij erin heel wat verdwaalden te bekeren.

In 1554 begon hij met de kerkelijke leer te verkondigen en gaf een boekje uit: "Onderzoeking der jongens of si kerstelijk onderwezen zijn", in dialoogvorm, die als voorloper van de catechismus kan beschouwd worden. Volgens Sonnius, was dit boekje gemaakt ten behoeve van de kleine scholen en verschenen er daarna nog andere werken van hem.

In 1557 werd Sonnius door de koning Philips II naar Worms gestuurd, om er de beruchte theologische "samenspraak" bij te wonen. Dit maakte van hem in de jaren, die volgden in de Nederlanden een vooraanstaande man inzake de rechtgelovige Godsgeleerdheid. Geheel de protestantse strijd volgt hij op de voet en reist naar Rome op verzoek van de koning.

Wanneer hij terug in zijn geboortestreekt 's Hertogenbosch aanwezig is, wordt Sonnius in 1561 tot Bisschop benoemd. Met de nodige ijver zet hij zich aan het werk. Toen in 1563 Philippus Negri te Antwerpen overleed en er destijds als Bisschop was benoemd, maar het nooit in handen had genomen, werd er onmiddellijk aan Sonnius gedacht, om hem te vervangen in moeilijke omstandigheden, die de kop opstaken.

Als diocees werkte hij verder in de Kempen toen hij te Westerlo van het nieuws op de hoogte gebracht werd van de beeldstormerij in 1566 te Antwerpen. Met enige ijver ging hij opnieuw aan de slag in 's Hertogenbosch toen in 1569 de uiteindelijke beslissing viel, bisschop van Antwerpen te worden, wat in 1570 gebeurde. Tijdens de provinciale synode het jaar daarop te Mechelen was hij een der voornaamste personaliteiten. Ook deze van Leuven in 1574 woonde hij bij. Na de Antwerpse synode van mei 1576, die in het teken stond van de verdere uitbouw van de katholieke gedachte begon de vermoeidheid meer en meer parten te spelen.

In juni 1576, overleed bisschop Franciscus Sonnius uitgeput door het vele werk, dat hij zichzelf had opgelegd. Hij, werd opgevolgd door Laevinus Torrentius.

*Voor verdere studie over het leven van Franciscus Sonnius wordt er verwezen naar de biografische nota's, die door kanunnik Arthur De Schrevel in de "Biographie Nationale" werd neergeschreven.

Bronnen:
Zondagsvriend van 9 oktober 1632
Oud-Antwerpse portrettengalerij van Floris Prims
Noël De Mey

Linken:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Franciscus_Sonnius
http://www.provincieantwerpen.be/binaries/Wijdingsregisters_bisdomAntwerpen_1570_1611_V_2_tcm7-63281.pdf
http://www.dutchrevolt.leiden.edu/dutch/personen/S/Pages/sonnius.aspx

Op de hoogte blijven? Abonneer je op mijn feed.


Fierens Frans 1897-1998, de honderdjarige weggevoerde W.O. I van Kortenaken

Frans Fierens 1897-1998
Rouwbrief Frans Fierens. Verzameling Leondyme.
Rouwbrief Frans Fierens
Frans Fierens, werd op 13 juli 1897 te Kortenaken geboren. Hij, was één van de vele weggevoerde landgenoten tijdens de Eerste Wereldoorlog van 1914-1918.

Beroepshalve was hij een meester-hoefsmid en weduwnaar van Maria Princen. 

Frans, overleed te Kortenaken op 31 mei 1998 en werd 100 jaar, 10 maanden, 2 weken en 4 dagen oud.




Bidprentje Frans Fierens. Verzameling Leondyme.
Bidprentje Frans Fierens










Bronnen: Bidprentje en rouwbrief, verzameling Leondyme

Noël De Mey


dinsdag 6 mei 2014

Ludovicus (Loys) Perez 1531-1602

Omstreeks 1540 kwam koopman Loys Perez de oude te Antwerpen aan. Hij stond gekend als Maraan, zo niet tot de Joden, maar naar alle waarschijnlijkheid ten onrechte. Hij, bleek een felle handelaar te zijn, waarbij een bepaald trafiek met de Joden of Maranen van Saloniki hem met het gerecht in moeilijkheden brengt. Intussen beschikt hij over een immens fortuin, dat uit de specerijenhandel verdiend had.Wanneer Loys de oude in 1552 overleed, liet hij vijf zonen en twee dochters na.

De oudste zoon was de beruchte Marco Perez (1527-1572), die aan het hoofd stond van de Calvinistische consistorie te Antwerpen. Hij wijdt zijn fortuin en werkzaamheden aan wereldwijde opstanden tegen de kerk en tegen Spanje. Hij was de echtgenoot van Ursula Lopez. Zijn huis te Antwerpen was in 1568 een kanselarij van een nieuwe Staat in de Staat* en overleed op 45-jarige leeftijd. Marco Perez werd begraven te Basel. Zijn vrouw, die voor zijn grafsteen zorgde, schreef daarop haar gevoelens neer tegenover het Antwerpse bestuur.

Ludovicus (Loys) Perez 1531-1602.
Ludovicus (Loys) Perez 1531-1602
Zondagsvriend 02-10-1932
Ludovicus (Loys) de Jonge, werd geboren in 1531. Hij trad een eerste maal in het huwelijk met Maria Jacoba van Berchem, die reeds in 1569 overleed. Haar grafmonument bevond zich in de kerk der Arme Klaren waar thans het huis Liebig is. Zijn vader had hij begraven bij de Falcontinnen (nu de Falconkazerne). Hij huwt een tweede maal met Clara Wagener.

In tegenstelling tot zijn oudere broer, heeft men nooit iets over de religie van Loys de Jonge kunnen zeggen. Hij, wijdt zich aan de letteren en wetenschap en behoorde tot de grote vriendschapskring van Plantijn. Deze laatste noemt hem: "Nobilissimus et pietate plenus vir". Ook Benidictus Arias Montanus is  verknocht aan deze edelman. Hij spreekt van hem als: "Ludovicus noster Perezius" en feliciteert Plantijn met zo'n man als beschermer te hebben.

Wanneer Loys de Jonge overleed op 13 december 1602, werd hij ten grave gedragen door zijn twee dochters in de Minderbroederkerk (nu Academie) aan de ingang van de kapel van de H. Bonaventura. De medaille, die hier getoond wordt is naar alle waarschijnlijkheid gegoten door Jacob Jonghelinck.

*Zie Goris, Les colonies marchandes méridionales à Anvers.

Bronnen:
Zondagsvriend  van 2 oktober 1932.
Oud-Antwerpse portrettengalerij van Floris Prims
Noël De Mey

Op de hoogte blijven? Abonneer je op mijn feed.


maandag 5 mei 2014

Doom Theophiel 1896-1998, de 101-jarige oud-strijder en vuurkruiser W.O. I van Koekelare

Theophiel Doom,
gevierd als honderdjarige
Theophiel Doom, werd als zoon van Jordaan en Mathilde Doom-Dhulster op 8 september 1896 te Bovekerke geboren. Op 5 juli 1915 trad Theophiel effectief in dienst en werd naar het instructiecentrum (C.I.) nr. 9 in Parigny l'Evêque (Frankrijk) gestuurd voor zijn militaire opleiding.

Vervolgens werd hij naar het front gestuurd op 27 januari 1916 en maakte deel uit van het 14de Linieregiment tot 5 juli 1918. Vanaf dan tot aan zijn demobilisatie op 14 oktober 1919 werd korporaal Theophiel aan het speciaal disciplinekorps te Oudenburg toegewezen.

Hij, was houder van de vuurkaart, had 6 frontstrepen en streed gedurende 35 maanden aan het front en 6 maanden achter de linies. Bovendien hielp hij mee tot het bouwen van de dodengang in Diksmuide. Theophiel was houder van volgende militaire onderscheidingen:

Rouwbrief, Theophiel Doom 1897-1998. Verzameling Leondyme
Rouwbrief, Theophiel Doom  

IJzermedaille
Vuurkruis
Oorlogskruis met Palm
Overwinningsmedaille aan de oorlog 1914-1918
Herinneringsmedaille aan de oorlog 1914-1918
Herinneringsmedaille van de Regering van Zijne Majesteit Koning Albert I
Ridder in de Leopold II Orde met Zwaarden
Ridder in de Kroonorde met Zwaarden
Ridder in de Leopoldsorde met Zwaarden
Officier in de Leopold II Orde met Zwaarden
Officier in de Kroonorde met Zwaarden
Officier in de Leopoldsorde met Zwaarden

Bidprentje, Theophiel Doom 1897-1998. Verzameling Leondyme
Bidprentje, Theophiel Doom 1897-1998
Theophiel, die lange tijd als seizoenarbeider op de Franse bietenvelden zijn brood verdiende was gehuwd was met Maria Casier, waarvan hij weduwnaar werd.

Ooit week hij uit naar Canada, maar kwam terug naar zijn dorp Koekelare. Als voormalig frontstrijder en vuurkruiser, overleed hij er op 6 maart 1998 en werd 101 jaar, 5 maanden, 3 weken en 6 dagen oud.




Bronnen: Legerarchief van Evere
Bidprentje, verzameling Leondyme
Krantenfoto met referentie G.J.-tekst F.D.K.

Noël De Mey




zaterdag 3 mei 2014

Laevinus Torrentius (1520-1595), de tweede Bisschop van Antwerpen

Laevinus Torrentius 1520-1595.
Laevinus Torrentius
Zondagsvriend 25-09-1932
Laevinus Torrentius is de Latijnse vertaling van Lieven van der Beken, die in 1520* te Gent werd geboren.  Met dit "Beke" is Borsbeke bij Herzele bedoeld, waar de familie heer en meester was. Studeren deed hij te Leuven toen hij door Maarten van Rossum een aanval op zijn persoon te verduren kreeg en er door de studenten verdedigd werd.

Vanuit Leuven trok Lieven naar Italië, om er in Bologna een tijdlang verder te studeren. Uiteindelijk vestigde hij zich voor meerdere jaren te Rome. Contacten had hij met kardinaal Carolus Borromaeus, die heilig verklaard zou worden met andere geleerden, als Baronius, Moroni...

In 1557 keerde Laevinus terug naar zijn Vaderland en werd door de bisschop van Luik tot kanunnik, aartsdiaken voor Brabant en dra tot vicaris-generaal aangesteld. Intussen groeide er de grote godsdienstcrisis in ons land. Torrentius, reisde naar Rome terug om Paus Pius V en daarna Paus Gregorius XIII de belangen de de Luikse kerk voor te dragen. Ook bij de Spaanse overheden had hij er zendingen te vervullen.

Wanneer de eerste bisschop van Antwerpen Franciscus Sonnius in 1576 overleed, werd Torrentius als zijn opvolger verkozen. Toch zou de bisschoppelijke zetel gedurende elf jaar ledig blijven staan, door de troebelen en het oorlogsgeweld van de nieuwe benoeming. Intussen vervulde hij zijn functie verder te Luik. Pas in 1587 kon bisschop Torrentius bezit nemen van de Antwerpse bisschoppelijke zetel.

Onder zijn impulsen werd er de katholieke renaissance ingezet. Door zijn groots herinrichtingswerk,  gaf tot gevolg, dat hij benoemd werd tot aartsbisschop van Mechelen in 1594. Eer deze benoeming echter tot zijn recht zou komen, overleed hij op 25 april 1595.

Torrentius was een geleerde, die niet minder aan humanisme dan aan godgeleerdheid gedaan had. Zijn wonderbare bibliotheek schonk hij aan het college der Paters Jezuïeten te Leuven. Te Rome had hij heel wat oudheden verzameld waaronder een oude munten-en penningencollectie van allerlei aard en was daardoor bij vele geleerden daarvoor bekend. Zijn "Poëmata Sacra", die op wondere wijze van zijn humanistische geest was doordrenkt, bleek niet altijd stichtend te zijn.

De medaille, die hier wordt getoond, werd naar alle waarschijnlijkheid gegoten in 1591 door Conrad Bloc. Deze medaille werd dus niet ontworpen na het overlijden van de bisschop zoals men ervan uitging.

De beste Torrentius-kenner was professor Alphonse Roersch uit Luik. We verwijzen naar zijn bibliografie bij het artikel Torrentius in de "Biographie Nationale".

*Een andere bron, heeft het jaar 1525 als geboortejaar en 8 april 1595 als overlijdensdatum weer.

Bronnen:
Zondagsvriend 25 september 1932
Oud-Antwerpse portrettengalerij van Floris Prims
Noël De Mey

Op de hoogte blijven? Abonneer je op mijn feed.